Bij het begin van de derde ronde voor de schaakjeugd was de paring van de
partijen al superspannend, zeker doordat de ranglijst nog geen al te objectief
beeld geeft van de werkelijke krachtsverhoudingen. Barry Broek moest tot zijn
grote schrik aantreden tegen Ingmar Visser. Dat was voor Barry voldoende om het
een helse avond te noemen. Op het bord viel dat reuze mee, Barry kon goed volgen
en verijdelde een aantal aanvallen van Ingmar. In het eindspel moest hij echter
buigen voor de koning en de toren.
Daan Koetzier kon tegen Dick Wijker niet echt tot tegenspel komen. Hij richtte
zich teveel op een aanvalsmogelijkheid waardoor de rest van het bord voor hem in
een dikke mist gehuld bleef en Dick daar vrij spel had.
De topper van de avond ging tussen Vincent Geschiere en Wim Dijkman, beiden nog
zonder puntverlies. Vincent vergiste zich al in een pril stadium van de partij
en verspeelde zijn paard. Daarna ontspon er zich een tweetoreneindspel waarbij
Wim het initiatief had en de partij met mat kon beslissen.
Voor een grote verrassing zorgde Guido de Waal. De nog ongeslagen Marnix van der
Bijl werd keurig met de dame matgezet.
Guido de Waal versloeg de nog ongeslagen Marnix van der Bijl
Marco Wellinga probeerde met een enorme batterij van twee torens en dame, de
koning van Armando Noordzij uit te roken en inderdaad tegen dat geweld was geen
kruit gewassen.
De stelling van Thomas Otte was tegen Roelof Stikker vleugellam te noemen, of
liever vleugelloos. In een hoekje gedreven probeerde Thomas nog een verdediging
te vinden, maar tevergeefs.
Koen van der Velde had de eer deze avond om als eerste winnend een partij af te
sluiten, Stef Brouwer werd het slachtoffer.
Maurits van Rees moest het opnemen tegen Ruben van der Poel. Vakkundig posteerde
Maurits zijn stukken op de juiste velden, waardoor de koning van Ruben midden op
het bord mat liep.
Verder won Ramon Wonink van Tom Noordzij, Boy Wu van Anne Dijkman, Ben Eppink
van Thomas Lichtendaal, Menno Jaspers van Roland de Bruin en won Fanuel de Klark
van Jordy van den Berg.