Haarlem, 25 juni 2000

Schaken in Haarlem

door Harry Lips

Er is iets grondig mis met het schaken in Haarlem en omstreken. Hiermee bedoel ik de regio van Hillegom tot IJmuiden met clubs als De Uil, Heemstede, SVS, VHS, HWP, Het Oosten, Chess Society, Zandvoort, Bloemendaal, Santpoort, Kijk Uit en als buitenbeentje de Jopen (en Koinonia ?!).

De cijfers spreken voor zich:

  1. Het ledental van de clubs loopt terug: HWP is hierin een uitzondering, maar Zandvoort leidt een slapend bestaan (gelukkig onderbroken bij de organisatie van de zomerse rapidtoernooien), bij Santpoort en Chess Society is de situatie nijpend (nog maar één team in de externe) en ook bij Kijk Uit en VHS zijn de clubavonden geen bruisende drukbezochte evenementen
  2. De resultaten zijn bedroevend: De Uil, Bloemendaal en Kijk Uit degradeerden twee jaar terug met hun eerste teams en slechts Kijk Uit is er in geslaagd weer op te klimmen. Nog dramatischer was het dit jaar:
    1. Bij VHS degradeerden de eerste 3 teams
    2. Bij HWP eindigden alle teams als laatste of voorlaatste en degradeerden de eerste vier teams.
    3. Bij Heemstede degradeerden het eerste en het derde team
    4. Chess Society degradeerde
    5. Bij SVS degradeerde het tweede team
    6. Bij Bloemendaal degradeerde het vierde team
    7. Daartegenover stonden slechts 3 promoverende teams: De Uil 2 en twee Kijk Uit-teams (die overigens allen twee jaar terug gedegradeerd waren).

    Resultaat van dit alles: Haarlem en omstreken heeft nog slechts 3 KNSB-teams (VHS, Bloemendaal, Kijk Uit) en wel in de derde klasse, terwijl pakweg 20 jaar geleden de regio nog goed was voor een hoofdklasseteam (VHS) en meerdere teams in de tweede klasse(De Uil, Kijk Uit, Bloemendaal, VHS 2) - een derde klasse KNSB bestond toen nog niet.

  3. De gemiddelde leeftijd van bij de clubs neemt toe. Twintigers zijn met een lantaarntje te zoeken. De meeste clubs teren nu nog steeds op de zelfde "cracks" van 10 - 20 jaar terug, maar daar komt sleet op.
  4. De sterkste speler van de regio (Rob Bertholee) speelt niet bij een Haarlemse club. De clubs slagen er onvoldoende in om sterk-schakende nieuwkomers in de regio aan zich te binden

Hoe komt dit nu?

Deels heeft het te maken met demografische tendenzen, zoals vergrijzing en ontvolking in de regio, de nabijheid van studentensteden Leiden en Amsterdam (LSG en Amstelveen zijn met Groningen en SMB de in de breedte sterkste club van Nederland), en de "Zeitgeist", maar er zijn andere oorzaken die de clubs zich wel aan kunnen trekken.
Ik noem:

Wat moet er gebeuren om uit het slop te raken?

Het allerbelangrijkste lijkt mij het opzetten van goede jeugdafdelingen met voldoende en kwalitatief (schaaktechnisch en pedagogisch) hoogstaand kader. Daarbij vergt elke leeftijdgroep een eigen aanpak en is individuele begeleiding van de echte talenten een must.
Vervolgens moeten faciliteiten geboden worden om jeugdleden op een goede manier bij de senioren laten instromen. Hierbij kan gedacht worden aan aangepaste interne competities, extra speelmogelijkheden voor jeugd en senioren samen, mentorschap, het in laten stromen van jeugd in externe teams, speciale evenementen en toernooien, het ruimte geven aan eigen initiatieven van de jeugd.
Ook essentieel is het bieden van trainingsmogelijkheden aan volwassenen: instructie (op verschillende niveaus) en trainingstoernooien. Deelname hieraan is ook voor oudere jeugd een ideale manier om in te stromen bij de senioren.
Realisatie hiervan vergt veel enthousiasme, visie en inspanning bij de besturen van de verenigingen. Samenwerking tussen verenigingen is daarbij hard nodig en daarbij moet over de enge clubbelangen heen worden gekeken. Een gemeenschappelijk te runnen Haarlemse jeugdclub lijkt een interessante mogelijkheid, die in Leiden (Op Eigen Wieken) en Alkmaar goed heeft gewerkt. Of die samenwerking tussen clubs uiteindelijk tot fusies moet leiden valt nog te bezien: het eigen karakter van elke club vergroot in principe de kans dat een schaker uiteindelijk de club vindt waar hij zich thuis voelt.. De door mij geschetste regio van Hillegom tot IJmuiden is misschien te groot, maar samenwerking tussen clubs dient ook niet op te houden bij de gemeentegrenzen van Haarlem.

Ik ben heel benieuwd naar reacties op dit betoog. Is dit een klaagzang van een in het verleden levende ouwe nostalgische zeurpiet? Klopt mijn analyse? Is het tij nog wel te keren? Is het merendeel van de schakers in Haarlem best tevreden met de huidige situatie en wil hij alleen maar lekker zijn (wekelijkse) potje blijven spelen? Is het door mij geschetste toekomstbeeld een utopie?
Wat voor concrete stappen kunnen er op korte termijn gezet worden? En door wie? Hoe past de samenwerking tussen VHS en SVS in dit beeld? Wat is de rol van de Stichting Samenwerkende Haarlemse Schaakverenigingen hierin?
Haarlemse, Heemsteedse, Zandvoortse, Bollenstreekse en IJmondse schakers: laat eens wat van je horen!