Iedere speler schrijft een kort verslag van zijn eigen partij. Sinclair Koelemij en André Kunst hebben hun verslag reeds ingestuurd. Zie hieronder.
De Zwarte Pion 1 | (1858) | - | Kijk Uit 1 | (1974) | 3½ - 4½ |
R. Godijn | (2120) | - | G. Rill | (2091) | 1 - 0 |
J. Kamps | (2033) | - | C. Otten | (2118) | 1 - 0 |
J. van Hal | (1959) | - | C. Dekker | (2006) | ½ - ½ |
A. van de Poel | (1871) | - | P. van Nieuwenhuizen | (2018) | ½ - ½ |
R. van de Aardweg | (1857) | - | A. Kunst | (1951) | ½ - ½ |
E. van de Weijden | (1718) | - | S. Koelemij | (1890) | 0 - 1 |
E. Sanosian | (1701) | - | S. van Westerop | (1843) | 0 - 1 |
R. van Tol | (1606) | - | N. Drel | (1874) | 0 - 1 |
Bord 5: A. Kunst - R. v.d. Aardweg
André speelde zijn geliefde Spaans middengambiet. Zijn tegenstander kende deze variant niet en verloor reeds op de 12e zet een pion.
|
Na 13. Dd4-c4† Kg8-h8 14. e5xf6 Le7xf6 15. Lf4xc7 Dd8-e7 stond wit een gezonde pion voor. Na 16. Pa4-b6 zag zwart zich genoodzaakt nog een pion te geven met 16. ... d7-d5 om enig tegenspel te verkrijgen. Met twee pionnen voorsprong ging André een dame-toren eindspel in. In tijdnood verloor hij een pion en een gedeelte van zijn voordeel. De laatste kans op winst gaf hij weg in de volgende stelling.
|
Hier had André 46. f2-f4 moeten spelen waarna zwart de dames moet ruilen. Het eindspel dat dan ontstaat, biedt goede kansen op winst. Hij ruilde echter zelf de dames met 46. De5xd6? waarna een remise toren-pionnen-eindspel ontstond.
Bord 6: P. v.d. Weijden – S. Koelemij (analyse Sinclair)
1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 Pbd7 4. f4 e5 Zwart speelt "De Leeuw" opening, wit heeft middels f2-f4 gekozen voor de Leeuwenkuil. Een naam die gegeven is vanwege de vele kuilen waar zowel wit als zwart in kan vallen.
5. Pf3 (alternatieven zijn dxe5 en Lc4) exd4 Het alternatief is middels c6 onmiddellijk een pion te offeren. Ik geef er de voorkeur aan via zetverwisseling vergelijkbare stellingen te bereiken, omdat er via de gekozen weg wat minder speelmogelijkheden zijn. 6.
Dxd4 c6 (de enige zet.) 7. Lc4 Dit is de beste zet in de stelling. Er ontstaan nu varianten die normaliter na
5. … c6 zouden ontstaan. Alternatieven zijn (7. e5 7. Le3 of de reeds in 1952 door Kortsnoi gespeelde zet
7. Ld2) 7. ... d5! Het is belangrijk in deze opening om snel te handelen, blijft één van de partijen te passief dan komt zij snel in moeilijkheden. 8.
exd5 Lc5 9. Dd3 0-0 De meest gespeelde zet in deze stelling. De stamvader van deze opening Leo Jansen speelde ooit cxd5 hier, de tekst zet lijkt mij beter. Hoewel alle zetten tot nu toe theorie zijn en in het prachtige boekwerkje
"De Leeuw, hét zwarte wapen" beschreven staan, moet ik ze elke keer weer achter het bord
"terugvinden". De theorie gaat nu verder met de varianten 10. dxc6 en 10. Ld2, mijn tegenstander speelt een vermoedelijk te weinig ambitieuze zet en komt snel in de moeilijkheden. 10.
Pe2 De7 Ik wilde het paard op zijn plek vasthouden, de meer voor de hand liggende zet Te8 verzwakt f7, dus moest de Leeuwin wel aan het werk gezet worden. 11. Ld2 stuurt aan op de lange rokade. 11. …. cxd5 12. Lb3? Ik denk dat wit hier toch echt Lxd5 moet spelen. Na 12.
... Pb6 heeft zwart weliswaar al zijn stukken gereed staan voor actie, maar daarvoor heeft wit wel een pion.
12. ... Te8 13. c3 Misschien een beetje laat, maar het was nu voor het eerst dat ik begreep wat wit wilde. 13.
… Pb6 ontplooit nu alle zwarte stukken. 14. h3?? een behoorlijke blunder, maar gezien het warme weer, een welkome surprise.
14. ... Lf5! Opgegeven. Wit verliest de dame.
|
Een vreemde partij, een scherpe stelling met veel dreigingen die geen van allen werden uitgevoerd. De zwart speler heeft slechts één keer (met exd4) de vijfde rij gehaald en toch gewonnen!