Met een overtuigende 5½ - 2½ op de nummer twee van de ranglijst heeft ons tweede team een dreigende degradatie voorkomen. Dat onze noorderburen niet op volle oorlogssterkte konden aantreden en er voor hun verder ook niets meer "te verdienen" viel was mooi meegenomen. Kijk Uit 2 begon uiterst geconcentreerd en volledig doordrongen van het belang aan de wedstrijd. Slechts één punt scheidde het team van de fatale zevende plaats, omdat we wel een redelijke voorsprong in bordpunten hadden op nummer zeven ZSC/Saende 4 zou een gelijkspel waarschijnlijk genoeg zijn. Althans dat had wedstrijdleider André Kunst de spelers en de vervangend teamleider Sinclair Koelemij laten weten. Dat Santpoort 1 via een verpletterende 6½ - 1½ overwinning, de dinsdag voorafgaande aan de wedstrijd, het lot van ZSC/Saende al bezegeld had was het team niet bekend. Stijf van de zenuwen trad het team zijn geduchte tegenstander tegemoet.
Aan bord drie speelde Fetze Walda (met zwart) tegen een oude bekende, onze ex-voorzitter Ko Mittertreiner. Natuurlijk fianchetteerde Fetze zijn koningsloper en omdat wit met e4 begonnen was, eindigt zoiets meestal in een Pirc opstelling. Wit stelde zich heel aanvallend op, terwijl zwart zijn tegenaanval goed voorbereidde. Toen aanval en tegenaanval elkaar
ontmoetten, bleek de witte koning op f2 heel kwetsbaar te staan. Middels f7-f5 opende zwart kritieke lijnen naar de witte monarch die stukwinst opleverden.
(1 - 0)
Harry Olivier, weer terug van zijn rib kwetsuur, speelde via het Schots een degelijke partij aan het zesde bord. Wit had na de opening ruimte voordeel en een sterke loper. Zijn tegenstander zocht actief allerlei afruilvarianten, die slechts tot resultaat hadden dat Harry steeds beter kwam te staan. Via de open b-lijn wist Harry met zijn torens binnen te dringen en het pleit snel te beslechten. Pionwinst en afruil zorgden voor een degelijk tweede punt.
(2 - 0)
Peter Duyn werd geconfronteerd met een zeer zeer .. gesloten Siciliaans. De witspeler wilde geen enkel risico lopen en schoof de stelling zoveel mogelijk dicht. Aanvankelijk leek remise onvermijdelijk en werd er ook overwogen remise aan te bieden. Denkend over een mogelijk remise aanbod bespeurde Peter op tijd een wending die hem een zeer sterke vrijpion op de b-lijn opleverde. Middels de steun van zijn toren en zijn paard dwong hij wit een paard te geven tegen de brutaal doorgelopen boer. Zijn tegenstander verzuchtte dat het nog wel heel lang kon duren, waarna Peter hem spitsvondig liet weten dat opgeven de partij aanzienlijk zou bekorten. Tegen beter weten in speelde de Pat Mat speler door. Peter maakte geen fout meer en schoof de partij snel uit.
(3 - 0)
Aan het eerste bord speelde Sebastiaan van Westerop met zwart tegen routinier Piet Zwart. Er ontstond een typische Sebastiaan stelling met heel actief stukkenspel waarbij geen van beide partijen nog een centrum pion
over had. In een dergelijke stelling wordt nogal eens flink geruild, zo ook nu. In korte tijd verdwenen alle stukken van het bord. Vervelend voor Piet Zwart was dat hij een hinderlijke dubbelpion overhield die zijn pionnenstelling ernstig verzwakte. Sebastiaan toonde aan dat hij niet alleen middels foefjes en verrassingsaanvallen zijn tegenstanders kan overrompelen, maar ook middels het degelijk uitspelen van een pionneneindspel.
(4 - 0)
Met deze voorsprong was de buit zo goed als binnen. Henk van Nieuwenhuizen, Peter Weeren en Dick Kruijff werden ingeseind het benodigde halfje te gaan halen. Henk van Nieuwenhuizen voegde de daad bij het woord door bij de eerste gelegenheid remise aan te bieden. Met zwart de Slavische opening spelende had hij actief tegenspel verkregen. Tegenstander Wil van der Laan liet zich echter niet verrassen zodat er op het moment van het remise aanbod nog een stand vol mogelijkheden op het bord stond. Maar omdat behalve de interessante stand ook de verlokkingen van een dikke sigaar en een pilsje wachtten, koos Wil er voor het remise aanbod aan te nemen en hielp ons daarmee aan het belangrijke halfje. (4½ - ½)
Aan het achtste bord speelde Peter Weeren. Hij is de man in vorm die na een aantal minder goede jaren zijn oude speelsterkte langzamerhand weer gaat benaderen. Ook tegen Pat Mat speelde hij heel sterk. Met wit spelend bereikte hij groot ruimte overwicht in een geweigerd Damegambiet. De moeilijkheidsgraad is dan vaak
"hoe vind je het gaatje in de compacte zwarte stelling waarmee je de tegenstander het laatste duwtje
geeft." Spelend met de opdracht dat hij minimaal een half punt moest scoren om niet een belangrijke klandizie dip in zijn zakelijk leven op te lopen, kon hij geen risico’s meer nemen. Niet lang nadat de beslissing in de wedstrijd al gevallen was werd er tot remise besloten.
(5 - 1)
Peter Hamersma speelde aan bord twee een Buisiaans Loperspel. Na de zetten (1.
e4 e5 2. Lc4 Pf6 3. Pc3 Pxe4 4. Dh5 Pd6 5. Dxe5 …) was De7 mogelijk, waarna snel een gelijke stelling ontstaat. Peter kent tegenstander Johan Buis uitstekend, zodat hij geen moment bevreesd was dat de zwartspeler een dergelijke saaie variant zou kiezen. Het werd dus een partij waar beide tegenstanders constant
op zoek waren naar de meest actieve zet. Een gevaarlijk tactiek tegen de sluwe Pat Matter. Middels pionoffers probeerde Peter tijd te winnen voor zijn aanval. Het actieve tegenspel van Johan kostte hem echter een hoop tijd. In lichte tijdnood maakte Peter, in een stelling met wederzijdse kansen, een fatale vergissing en gaf een kwaliteit weg. Met zijn materiële achterstand en een doodgelopen aanval had verdere weerstand geen zin. Het werd onze enige nederlaag van de avond.
(5 - 2)
Dick Kruijff was tot zijn grote schrik aan bord vier neergezet. Aanvankelijk kwam hij minder goed uit de opening. Zwakke diagonalen naar a1 en b1 brachten hem enigszins in de moeilijkheden. Maar middels nauwkeurig spel overwon hij zijn moeilijkheden en veroverde een pion. Zwart had weliswaar actief tegenspel maar elke afruil bracht hem verder in moeilijkheden. In een spannende partij wist de zwartspeler Dick steeds weer voor nieuwe problemen te stellen. De eerste tijdcontrole werd gehaald zonder dat Dick zijn voordeel weggaf. Maar toen de uitvlugger fase begon (Dick een kwartier en zijn tegenstander een uur) werd het toch lastig om het juiste pad naar winst te vinden.
Weliswaar had Dick een paard veroverd, middels een gevaarlijk oprukkende b-pion kon de zwartspeler het paard terugwinnen en remise afdwingen. (Eindstand 5½ - 2½)
Al met al een goed resultaat en met een beetje meer geluk (bijvoorbeeld in de wedstrijd tegen Chess Society Zandvoort) hadden we nooit in degradatiegevaar hoeven te komen. Zes punten uit zeven wedstrijden, dat moet volgend jaar beter kunnen.
Kijk Uit 2 | (1662) | - | Pat Mat 2 | (1671) | 5½- 2½ |
S. van Westerop | (1849) | - | P. Zwart | (1854) | 1 - 0 |
P. Hamersma | (1755) | - | J. Buis | (1798) | 0 - 1 |
F. Walda | (1739) | - | J. Mittertreiner | (1750) | 1 - 0 |
D. Kruijff | (1619) | - | E. Hessels | (1691) | ½ - ½ |
H. van Nieuwenhuizen | (1724) | - | W. van der Laan | (1732) | ½ - ½ |
H. Olivier | (1602) | - | H. Houtsmüller | (1590) | 1 - 0 |
P. Duijn | (1486) | - | H. Visser | (1516) | 1 - 0 |
P. Weeren | (1525) | - | G. de Vries | (1438) | ½ - ½ |
Vervangend teamleider Sinclair Koelemij