Kijk Uit 1 verliest in "koel" duel met minimaal verschil van koploper

Altveer 1 – Kijk Uit 1    4½ - 3½ 

De eerste vraag in de wedstrijd tegen de koploper uit de 3e klasse van KNSB was, waren spelen ze eigenlijk? Conform de KNSB reglementen dient de thuisspelende club in contact te treden met de bezoeker om te melden waar ze spelen, of er dingen veranderd zijn, of er parkeergelegenheid is etc. In het onderhavige geval gebeurde dit niet en had ik de KNSB competitiegids gepakt en het adres opgezocht: Alteveer speelde in Amsterdam. Diverse spelers van het eerste attendeerden mij er echter op dat Alteveer was ingeschreven bij de Haagse Schaakbond en dat er een webadres was in Den Haag. Een e-mailtje naar hun wedstrijdleider gaf duidelijkheid: ze speelde in Sporthal Wibaut te Amsterdam en wat op het web stond was gedateerd. Tot overmaat van ramp was in het adres in Amsterdam een klein (type?)foutje opgetreden, waardoor de straat niet bekend was bij de diverse routeplanners op Internet. Gelukkig konden we dat probleempje ook nog oplossen, dus in de auto naar Amsterdam. Al rijdende filosofeerden we over een mogelijke uitslag. Winst zou fantastisch zijn, een gelijkspel prima en als we zouden verliezen waren de bordpunten van groot belang. Alteveer is een club met 11 schakers, waarvan de meeste een ELO hebben van boven de 2000 (bord 1 2337!).

Na enig zoekwerk kwam de eerste Kijk Uit auto rond één uur aan bij de sporthal. We hadden verwacht dat bij een sporthal wel enige parkeergelegenheid zou zijn, maar wij "lui van het platteland" hadden ons niet direct gerealiseerd dat er "gewoon" geen ruimte was. Niettemin met enig geluk vonden we een onbetaalde (!!!) parkeerplaats. Sinclair had wat meer moeite om de sporthal en een parkeerplaats te vinden en kwam daardoor een half uurtje te laat aan. In de tussentijd was de wedstrijd al een kwartier aan de gang, maar ook de tegenpartij miste nog een speler.

De eerste overwinning van Kijk Uit vond plaats precies een uur na het vastgestelde tijdstip van aanvang doordat de tegenstander van Arent van Nieukerken niet was verschenen (reglementair 0 - 1). Aanvankelijk wilde de wedstrijdleider van Alteveer zelf meespelen, maar ik attendeerde hem op het feit dat ik de partij dan zou opeisen conform artikel 21 van het KNSB reglement. De ruimte waar we moesten spelen was op zijn zachts gezegd behoorlijk fris en een aantal van onze tegenstanders waren op zijn Hollands gezegd een stelletje lomperiken (of iets van gelijke strekking). Een consumptie werd niet aangeboden, wedstrijdformulieren moesten we zelf invullen en verder moest je het zelf maar uitzoeken. Sinclair, die al later binnen kwam, wees zijn tegenstander op het feit dat de klok niet liep en dat hij een andere klok wilde. Met veel gebaar en kabaal, alsof Sinclair iets geks vroeg, kwam er een tweede, een derde en uiteindelijk een vierde klok aan te pas die wel goed liep. De wedstrijdleider die normaliter dit hoort te regelen was "even" weg.

Inmiddels waren de partijen op de andere borden in volle gang. Peter van Nieuwenhuizen speelde inderdaad aan bord 1 tegen de Jager die een ELO heeft van 2337. Al snel ontstond een stelling waarin Peter iets minder actief stond en die Peter goed moest verdedigen om de stelling in balans te houden. Arent baalde stevig dat hij niet kon spelen, maar goed, we stonden met 1 - 0 voor. Colleen speelde in een Siciliaan onmiddellijk aanvallend met de witte stukken, maar haar tegenstander verdedigde zich goed. Aan bord 4 speelde Cor met de zwarte stukken een Siciliaanse verdediging, waar hij na een zet of tien een aardige stelling had opgebouwd. André Kunst speelde met de witte stukken de volgende beginzetten: 1. e4 d6 2. d4 Pf6 3. Pc3 g6 4. Le2 Lg7 5. h4 h5 6. Ph3 Lxh3 7. Txh3 Pd7. Bekijkt u de stelling eens en stel de vraag naar welke kant gaat wit rokeren? Aan de borden 6 en 8 heb ik twee spelers die een volkomen eigen schaakstijl hebben; Sebastiaan speelt de “Sebas-variant” en Drel speelt altijd “Drellig”. U begrijpt het al, moeilijk om iets over te vertellen en soms onnavolgbare zetten. In de opening speelde Sebastiaan van Westerop een Scandinavische verdediging en al snel kwamen er merkwaardige / dubieuze varianten op het bord, waardoor hij snel minder kwam te staan. Bij Nikolai Drel aan bord 8 opende zijn tegenstander met g4! Aan bord 7 speelde Sinclair met de witte stukken een gedegen d4 opening met fianchettering van de lopers op g2 en g7 en de stelling was gedurende lange tijd in evenwicht. Kortom, het stond nog niet echt slecht na enkele uren spelen, maar in de tijdnoodfase slaat vaak het noodlot toe.

Een kwartiertje voor de tijdcontrole stond Sebastiaan slecht, maar een blunder zorgde ervoor dat de partij meteen uit was (1 - 1). Alsof de blunders in de lucht hingen, ging het kort daarna ook bij Colleen mis. Zij vergiste zich in een variant en kwam een kwaliteit achter, probeerde nog een remisestelling te bereiken, maar dit lukt niet (2 - 1 voor Alteveer). Aan het bord van Drel vlogen de stukken tijdens de tijdnoodfase letterlijk in het rond. In de tijdnoodfase wilde Nikolai een toren op het juiste veld zetten, maar zijn tegenstander begreep dit niet goed en maakte met veel kabaal en een zwaai over het bord het noodzakelijk dat de wedstrijdleider de klok stil zette. De stukken werden op de juiste plaats neergezet en het spel werd hervat. Drel won binnen twee zetten, doordat nu zijn tegenstander een stuk weggaf (2 - 2). Nikolai deed alle herrie af met de opmerking: "alleen gekken spelen g4". Inmiddels had Peter door goed spel de stelling in evenwicht gebracht, maar had daar veel tijd voor gebruikt. Ofschoon de stelling theoretisch misschien remise was, was het toch lastig om met ieder twee lopers geen fout te maken (en je tijd in de gaten te houden). Zijn tegenstander bood na ruim zestig zetten nogal geïrriteerd remise aan, hetgeen door Peter werd geaccepteerd, en verdween onmiddellijk (2½ - 2½). Niet echt gezellig dus. Sinclair had in de tijdnoodfase een fout gemaakt, waardoor een iets gunstigere stelling was omgekeerd in een verloren stelling. Na de controle was een stelling ontstaan, die hij meteen kon opgeven (3½ - 2½). André speelde een spannende partij zonder rokade, waar de kansen naar mijn gevoel steeds aan zijn kant lagen. Na winst van een loper en een toren leek de partij meteen uit, maar André moest goed oppassen dat er geen eeuwig schaak in de stelling kwam. Hij pareerde het schaak waarna zijn tegenstander niets anders overbleef dan op te geven (3½ - 3½). De beslissing zou aan bord 4 vallen, waar Cor Dekker knokte voor remise. Hij twee had dubbelpionnen, terwijl zijn tegenstander een "gezonde" pionnen structuur had. Toch leek de remise binnen handbereik, want Cor verdedigde zich uitstekend. Helaas werd de partij beslist doordat Cor een mat(!) variant over het hoofd zag, die abrupt een eind maakte aan zijn partij en de wedstrijd. Tegen half acht keerden we teleurgesteld terug naar huis en hadden we – denk ik – minstens een punt laten liggen in Amsterdam. Een troost was dat we wel het maximale aantal bordpunten als verliezer mee naar huis hebben genomen.

Gedetailleerde uitslagen

Teamleider Peter Hamersma