Kijk Uit 2 krijgt pak slaag

H.W.P. 3 - Kijk Uit 2    7 - 1

De titel van dit verslag zegt het al: het tweede team van Kijk Uit heeft een enorme nederlaag geleden tegen het derde team van Het Witte Paard uit Haarlem. Ondanks het feit dat onze tegenstander op papier sterker was, begonnen we volle goede moed aan de wedstrijd. Iedereen was keurig op tijd; zelfs een wegopbreking op de Zijlweg kon ons niet deren. Via een alternatieve route (om de benen van Harry te sparen) konden we nog net parkeren achter de Heren Sociëteit.

G. Vos - J. Wijdoogen
Hans Wijdoogen speelde op eigen verzoek aan bord 8. Hij was al eerste klaar. In een soort Pirc had Hans al snel een stuk verloren door een overbelaste dame die twee stukken tegelijk moest dekken. Hans spartelde nog wat tegen, maar het mocht niet baten. 1 - 0 achter.

A. Boot - J. Bontenbal
Aan bord 6 speelde Jan Bontenbal die met Hans Wijdoogen van plaats had geruild. Jan met de zwarte stukken verdedigde zich met de Philidor opening. Nadat alle zware stukken waren geruild stond wit iets beter dankzij zijn goede loper. De stand werd er niet beter op toen Jan zijn pionnen op de kleur van de vijandelijke loper begon te zettenen een gatenkaas van zijn damevleugel maakte. Gelukkig maakte zijn tegenstander hier geen gebruik van maar ruilde zelfs zijn goede loper tegen het zwarte paard zodat het volgende pionneneindspel restte.

Jan hoefde slechts met zijn koning op e7 en f7 heen en weer te lopen om remise te maken. Wit kon de pion op a6 niet veroveren omdat hij dan het vierkant a1-a5-e5-e1 van de zwarte vrijpion zou verlaten. Jan speelde echter a6-a5?? en zette daarmee zijn pion in het vierkant. Nu kon wit wel de zwarte a-pion veroveren en op tijd terug zijn om de e-pion van promoveren af te houden. De witte a-pion kon ongestoord promoveren. Jan gaf teleurgesteld op.

Na dit verlies stonden we met 2 - 0 achter. Harry en Peter Duijn stonden slecht waardoor de opdracht aan de overige spelers was om geen remise aan te nemen maar door te spelen tot de winst.

P. Tuijp - H. van Nieuwenhuizen
Henk van Nieuwenhuizen speelde met zwart Caro-Kann. Wit opende nogal ongebruikelijk met 3. f2-f3. Na ruil van alle lopers had wit enig ruimtevoordeel maar dat werd door Henk gecompenseerd door het bezit van de open c-lijn. Helaas werd het remise door herhaling van zetten. Henk had een paard tegen twee centrumpionnen kunnen offeren maar dat was wel risicovol. Stand 2½ - ½.

P. Duijn - S. Blaas
Peter Duijn viel in voor Jaap Beekhuis. Om hem niet meteen voor de leeuwen te gooien had de teamleider hem aan bord 7 geplaatst. Peter moest met wit tegen de Pirc op boksen. Het spel kreeg een klassiek verloop: zwart had een aanval op de damevleugel, wit stootte door in het centrum. De opstoot van Peter was echter niet goed voorbereid waardoor hij een pion verloor. In een pionnen loper eindspel moest Peter nog een pion inleveren. Door al zijn pionnen op de kleur van zijn eigen loper te zetten, kon hij nog een taaie verdediging opzetten, maar zwart wist toch een vrije h-pion te creëren waarna het pleit beslecht was. De achterstand begon zorgelijke vormen aan te nemen: 3½ - ½.

A. Visser - M. Jaspers
Andries Visser speelde met wit aan bord 5 de meest curieuze partij van de avond. In de Lb4 variant van het Siciliaans speelde hij zijn paard naar een verkeerd veld waarna zwart met e5 en d5 kon doorstoten. Het ging van kwaad tot erger toen Andries zijn koning als paard behandelde. De koning maakte in het middenspel een gigantische reis en kwam via e3 en f3 op g3 en weer terug naar d2 terwijl er nog ontzettend veel stukken op het bord stonden. Door dit rare gereis verloor hij een stuk en verloor kansloos. Hiermee was de match verloren: 4½ - ½ terwijl de andere borden ook niet goed stonden.

B. Kamps - Ö. Tuna
Aan bord 4 verdedigde Özden zich met het Scandinavisch, net als generatiegenoot Sebastiaan van Westerop. Doordat wit pas laat d4 en 0-0 speelde, kon Özden zich zonder problemen ontwikkelen. In het middenspel maakte hij echter de fout om zijn dame naar de koningsvleugel te dirigeren. Daar kon zij gemakkelijk aangevallen worden door de witte paarden zodat Özden op zijn schreden moest terugkeren. Na ruil van de dame en torens restte een toren pionnen eindspel dat remise werd gegeven. Stand 5 - 1.

H. Olivier - F. Homburg
Harry Olivier bestreed de Caro-Kann met de doorschuifvariant. Door passief spel (paarden naar d2 en e2) en een loper die tegen zijn eigen pionnen aankeek, verspeelde Harry het voordeel van de voorzet. In het middenspel liep Harry tegen een materiaalachterstand op. Op een gegeven moment had zwart drie vrijpionnen: twee verbonden vrijpionnen op de damevleugel en een gedekte vrijpion op d5. Harry ploeterde voort en kon lange tijd de vijandelijke toren in de hoek opsluiten. De vrijpionnen rukten echter op. Harry wist er twee onschadelijk te maken, maar ten koste van een stuk. Dat was te veel en Harry kon opgeven: 6 - 1.

P. Hamersma - P. Pancras
Aan het eerste bord verdedigde Peter Hamersma met wit de Kijk Uit eer. Op het bord verscheen het vierpaardenspel. Zwart bracht het schijnoffer op e4. In het algemeen geldt dat als het wit is die offert het schijnoffer meestal tot voordeel leidt, terwijl het de kansen ongeveer gelijk maakt wanneer zwart het schijnoffer brengt.

Stelling na het schijnoffer 4. .... Pf6xe4

Wit heeft verschillende voortzettingen, maar hoe hij ook speelt: zwart handhaaft het materiële overwicht en verkrijgt een degelijke stelling door dat hij zijn invloed in het centrum belangrijk heeft vergroot. Pion e4 is namelijk verwijderd en pion e5 is gebleven. 

Een andere verleidelijke voortzetting is 5. Lxf7 maar die heeft de meeste bezwaren. 5. Kxf7 6. Pxe4 d5 7. Pg5† Kg8 8. d4 h6 9. Ph3 en zwart staat overwegend op grond van zijn loperpaar en meerderheid in het centrum alsmede de droevige stelling van Ph3. Uit het verlies van de rokade vloeit geen nadeel voort, te minder daar ook wit moeilijk 0-0 kan spelen.

Stelling na 5. .... d7-d5

Een aantal mogelijke voortzettingen zijn:

1. 6. Lxd5 Dxd5 7. d3 Lg4 en zwart heeft bovendien het voordeel van het loperpaar. Zwart zondigt feitelijk tegen de 4e regel van Lasker (geen loper op g5 of g4 tot binding van Pf3 of Pf3 vóór de korte rokade van de tegenpartij), wat hij zich echter mag permitteren, doordat hier de factoren voor gunstig terugdrijven van Lg4 niet aanwezig zijn (de pionnenformatie d3-e4 ontbreekt!).
2. 6. Ld3 Dit is zijn beste voortzetting. 6. .... dxe4 7. Lxe4 Ld6 8. d4. Op deze wijze herstelt wit het evenwicht in het centrum en bereikt gelijke kansen. Het eenvoudigste antwoord is nu 8. .... Pxd4 enz.. Scherper is 8. ....  exd4 waarmee zwart een verzwakking van zijn pionnen stelling aanvaardt, echter het loperpaar verkrijgt. 9. Lxc6† bxc6 10. Dxd4 0-0 11. 0-0 c5 12. Dc3 Lb7 enz. de kansen blijven gelijk. Minder goed is echter 9. Pxd4 zoals bleek uit een partij Tarrasch - Lasker uit 1916: 9. .... 0-0 10. Le3 (op Pxc6 volgt eveneens Dh4!) 10. .... Dh4 11. Lxc6 bxc6 en zwart staat uitstekend omdat zijn lopers grote activiteit ontplooien.

Peter kiest niet de beste voortzetting.

Stelling na 8. .... b7xc6

De theorie schrijft 9. d4 voor. Na 9. .... La6 ondervindt wit moeilijkheden daar hij voorlopig niet kan rokeren.

14. .... exd3 e.p. ging niet wegens 15. Te1 met dameverlies.

Stelling na 38. b3-b4

De laatste 10 zetten werden in tijdnood gedaan. Peter stond minder maar in deze stelling moet hij toch remise kunnen maken. In de tweede tijdnoodfase ging het echter mis en Peter verloor. Eindstand 7 - 1.

Gedetailleerde uitslagen