Voor de tweede keer werd mij, "the champ", gevraagd of ik weer als wedstrijdleider van het eerste zou willen fungeren. Daar kon ik geen nee op zeggen, want de laatste thuiswedstrijd verloren wij nipt met 3½ - 4½. En met maar één afzegging aan onze zijde begonnen wij met volle moed aan de eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen.
Om even 12.00 uur werden de klokken ingedrukt en de eerste openingen verschenen op de borden. Na een minuut of twintig gespeeld te hebben kwam Colleen, spelend op bord 5, naar me toe met de mededeling dat zij een pion ging winnen, een goed teken. Na even een rondje langs de andere "battlefields" gemaakt te hebben zag ik op sommige borden al een felle strijd ontbranden, terwijl op andere borden, met name 1 en 2, de opening nog in volle gang was.
En op bord 6, waar Nikolai had plaatsgenomen en een pion achter stond, werden alle stukken in een rap tempo afgeruild, zodat deze al heel snel in het eindspel terecht kwam. Op het laatste bord, waar Peter H. zat, had hij na de korte rokade de meeste stukken verdedigend opgesteld. Maar na een aanval op zijn koningsvleugel, verkreeg hij een dubbelpion op de g- lijn, waar hij niet zo blij mee was. Op bord 3 had Cor een gedegen stelling opgebouwd, maar dat tegen een tegenstander die deze opening ook goed onder de knie had, en hier dus wel raad mee wist.
Op bord 7, bij Sebastiaan, kon je van alles verwachten, want Sebastiaan wordt niet voor niets "the Lord of the Sacrificies" genoemd. Hij offerde dan ook een pion om een betere stelling te krijgen, maar of dat ook werkt? Op bord 2 speelde André zijn eigen "Kunst-opening". Deze opening blijkt heel solide te zijn, maar hij is de enige die weet hoe het werkt. Op bord 1 kwam Peter van N. volgens mij iets beter te staan en op bord 4 kwam Sinclair een pion achter. Op het 5e bord kwam Colleen in grote tijdnood te zitten, nog 19 zetten in 4 minuten! Een bijna onmogelijke opgave, ook voor iemand van haar kaliber. Op bord 6 had Nikolai waarschijnlijk de laatste bondswedstrijd van Sebastiaan gereconstrueerd, want ook hij speelde, met loper tegen paard, het beruchte Russisch Roulette. Ondertussen kwam Peter H. een stuk achter te staan en was het op bord 7 een complete chaos geworden en had Sebastiaan een toren tegen een dame achterstand, maar wel een eventuele vrijpion. Alles was nog mogelijk. Op bord 6 had Nikolai intussen het vaandel gestreken, want met de stelling op zijn bord kon hij geen kant meer op. De stand: 0 -1. Op bord 1 kwam Peter een pion voor te staan en ook op bord 2 verkreeg André een pion voorsprong. Toch nog een goed teken misschien? Wie weet!
Op bord 3 hadden de zwarten zich lelijk in de witten verslikt, en ook Cor moest het vaandel voortijdig strijken. Een onverwacht puntverlies, want Cor is toch één van de betere schakers uit IJmuiden. De tussenstand: 0 - 2. Colleen zat nog steeds in tijdnood, en op de borden 4 en 7 begon de tijd ook te dringen. Peter H. op bord 8 kon zijn eindstrijd ook niet meer winnen, en moest net als zijn twee voorgangers ook de strijdbijl aan zijn tegenstander overhandigen. 0 - 3!
Dat ging voor mij de verkeerde kant op. De 2e bordspeler kwam naar mij toe en zei; "ik moet winnen zeker?" Ja, zei ik toen. Op de borden 1, 2 en 4 was alles nog mogelijk, en de borden 5 en 7 stonden, of door tijdnood, of materiele achterstand, bijna verloren. Dus geen leuke vooruitzichten meer. Ondertussen waren er een paar andere spelers van de schaakclub binnengekomen, om het moraal een beetje op te vijzelen. En het had zijn uitwerking!
Colleen won haar strijd tegen de klok, waarna ze rustig haar duivelse plannen op de tegenstander los kon laten. En ook op bord 7 had Sebastiaan er weer zin in gekregen, want na een fabuleus dameoffer zag zijn tegenstander door de bomen het bos niet meer, en kon hij niet anders dan Sebastiaan feliciteren met zijn schitterende overwinning. De stand: 1 - 3!
Toch een klein lichtpuntje. Ook op bord 5 speelden de zwarten fantastisch spel, want na de tijdgrenscontrole ging Colleen alleen maar beter en sterker spelen, en ook de heer Termeulen kon niets anders dan het vaandel strijken. Het werd weer spannend, 2 - 3!
Nog 3 borden te gaan. Op bord 4 een eindspel met voor wit één pion minder, op 2 één pion meer en op bord 1 speelden de krijgsheren zo snel, dat ze in tijdnood vergaten alle zetten te noteren, zodat de wedstrijdleider erbij moest komen om de partij te reconstrueren. Na lang heen en weer geschoven te hebben, besloten de heren op bord 1 tot een vredesakkoord, dus remise. Tussenstand 2½ -3½. De laatste twee borden moesten de beslissing brengen. Op het 4e bord stonden we iets slechter, maar op het 2e weer iets beter. Op bord 4 kon de heer van Benthem zijn pion voordeel niet omzetten in winst, wat resulteerde in een verzoek tot remise, en dat kon de witspeler alleen maar accepteren. Stand: 3 - 4. Op naar het laatste bord waar André er alles aan deed om zijn voordeel te benutten, en volgens ingewijden had er een hele kleine winstkans ingezeten, maar daarvoor moest er heel nauwkeurig gespeeld worden.
Maar als je al zes uur achter het bord zit, zie je niet meer alle stellingsvarianten, wat ook een hoop tijd kost om die allemaal te gaan bekijken. En tijd was iets waar André niet meer zoveel van had, anders had hij zeker doorgespeeld. Hij kon niet anders dan remise aanbieden, en zijn tegenstander ging hier, ook in het teambelang, mee akkoord. Eindstand 3½ - 4½.
Met complimenten voor een aantal spelers, jullie weten wel wie ik bedoel, sluit ik deze samenvatting af.
Jullie reserve wedstrijdleider, Patrick de Koning
Kijk Uit 1 | (1931) | - | L.S.G. 3 | (2052) | 3½ - 4½ |
P. van Nieuwenhuizen | (2100) | - | C. Roosendaal | (2104) | ½ - ½ |
A. Kunst | (1979) | - | H. Oei | (2082) | ½ - ½ |
C. Dekker | (2006) | - | D. Ruygrok | (2100) | 0 - 1 |
S. Koelemij | (1917) | - | A. van Benthem | (2085) | ½ - ½ |
C. Otten | (1991) | - | A. Termeulen | (2057) | 1 - 0 |
N. Drel | (1893) | - | T. Thissen | (2060) | 0 - 1 |
S. van Westerop | (1845) | - | C. Devine | (1878) | 1 - 0 |
P. Hamersma | (1720) | - | D. Sikkel | (2052) | 0 - 1 |