Vrijdagavond 2 april 2004 werd alweer de laatste bondswedstrijd van het
seizoen gespeeld. Ons 2e team trad aan tegen De Haarlemse Jopen. Beide ploegen
hadden voor aanvang van deze ronde 5 matchpunten; slechts 2 punten meer dan de
laatste op de ranglijst. In theorie zou de verliezer van deze wedstrijd nog
kunnen degraderen.
De Jopen hadden een vreemde opstelling van hun spelers. Normaal gesproken speelt
de sterkste speler aan het eerste bord en de zwakste aan het laatste bord. Zo
niet bij de Jopen. Zij dobbelen of spelen ganzenborden voor de opstelling. Dit keer
werd de volgorde bepaald door de geboortedatum van de spelers. Dat is voor de tegenstanders niet altijd even leuk. Hierdoor
speelde Floor Schoone bijvoorbeeld aan het laatste bord tegen hun sterkste speler. Het
verschil tussen beiden bedroeg 494(!) Elopunten. Aan bord 2 waar Lourens van Veelen speelde
bedroeg het ratingverschil bijna 400 punten in het
voordeel van Lourens.
Zoals gezegd had Floor Schoone aan bord 8 het zwaar tegen de sterkste tegenstander. Al vroeg in de opening (de Leningrader variant van het Hollands) verloor hij een pion en even later stond Floor een dame tegen een toren achter. Een ver opgerukte vijandelijke pion wist zelfs tot dame te promoveren waardoor Floor een volle dame en een paard achter stond. Even later gaf Floor op. Stand 0 - 1.
Lourens van Veelen wist niet dat hij tegen de zwakste speler van de Jopen speelde en deed het dus rustig aan. Lou kreeg een witte vrijpion op d5 maar de vraag was of die pion sterk of zwak was. Door een foutieve afwikkeling kreeg zijn tegenstandster ook een ver opgeschoven vrijpion op c4. Lou durfde het niet te forceren en dwong remise af door herhaling van zetten. Stand ½ - 1½. Ondanks deze achterstand zag het er niet somber uit want op de meeste overige borden hadden onze spelers een goede stelling bereikt.
Jan Geus verdedigde zich met het Scandinavisch. Al vroeg won Jan 2 pionnen. Na ruil van de zware stukken bleef een gewonnen eindspel over. Jan deed het echter niet goed en dreigde, ondanks zijn pionnenvoorsprong, in een remisestand terecht te komen door de aanwezigheid van lopers van ongelijke kleur. Zijn tegenstander miste ook de beste voortzetting waardoor Jan alsnog de winst kon opstrijken. Stand 1½ -1½.
Andries Visser moest met wit tegen de Svesnikov van het Siciliaans opboksen. Dat ging hem aanvankelijk goed af met agressief spel. Maar daarna knapte er iets in het hoofd van onze jeugdtrainer want hierna begon hij bangelijk te spelen en kwamen er alleen nog maar verdedigende zetjes uit zijn handen. Zijn tegenstander nam het heft in handen en Andries kwam steeds slechter te staan. Maar zijn tegenstander raakte in verwarring toen zijn mobiele telefoon afging. Andries kon een kleine combinatie uitvoeren waardoor de stand weer gelijk getrokken werd. Een remiseaanbod van de tegenstander werd onmiddellijk met beide handen aangegrepen. Dit was meer dan we gehoopt hadden. Stand 2 - 2.
Henk van Nieuwenhuizen speelde met de zwart tegen de doorschuifvariant van de Caro-Kann. Henk kwam al snel beter te staan door bezit van de open c-lijn en een goede loper. Ook hier kwam voor ons een gewonnen stelling op het bord na ruil van de zware stukken. Nadat Henk een vrijpion had weten te creëren die niet meer tegen te houden was, gaf zijn tegenstander op. Stand 3 - 2.
Peter Hamersma met zwart aan bord 1 speelde tegen een "halve" gesloten Siciliaan. Nadat wit eerst c3 had gespeeld werd even later toch nog d4 gespeeld, waarna wit met c3 terugsloeg op d4. Hierdoor ontstond een heel ander type spel dan in de normale Siciliaan: een open c-lijn i.p.v. halve open c- en d-lijnen. Peter won een belangrijke centrumpion maar dreigde een kwaliteit te verliezen. Via een kleine combinatie wist Peter dat te vermijden. Na ruil van alle zware stukken resteerde een dubbel lopereindspel dat even later in remise eindigde. Stand 3½ -2½.
Jaap Beekhuis kreeg met zwart een damepion-opening tegenover zich. Tijdens de partij verzuchtte Jaap: "Wat zitten er toch veel mogelijkheden in het schaakspel." Als Jaap zich zoiets laat ontvallen is dat meestal een goed teken. Even later viel een chocomel flesje om plus wat schaakstukken. De tegenstander riep: "Vannet stond ik nog een stuk beter." Wat bleek: een stuk van Jaap was op het verkeerde veld teruggezet. Jaap won twee .pionnen die hem twee verbonden vrijpionnen opleverden. Nadat die op promoveren stonden gaf zijn tegenstander op. Hiermee was Jaap de matchwinnaar geworden. Stand 4½ -2½.
Frank Buijck had een moeilijke avond. In een Caro-Kann opening was hij een pion kwijtgeraakt. Frank stond met de rug tegen de muur. In een toreneindspel ruilde Frank de laatste toren en kwam toen twee zetten te kort om een dame te halen. Frank heeft zich taai verdedigd want pas ver in de laatste speelkwartier moest Frank de vlag strijken. Eindstand 4½ -3½.
Al met al was het seizoen toch nog niet zo slecht. Met 3 gewonnen en 3 verloren wedstrijden en één gelijkspel is ons team op een verdienstelijke 4e plaats geëindigd.
Kijk Uit 2 | (1650) | - | De Haarlemse Jopen 1 | (1613) | 4½ - 3½ |
P. Hamersma | (1798) | - | J. Ooteman | (1717) | ½ - ½ |
L. van Veelen | (1756) | - | R. Goossens-Willems | (1373) | ½ - ½ |
J. Geus | (1696) | - | H. Mantjes | (1548) | 1 - 0 |
F. Buijck | (1702) | - | R. Graaff | (1620) | 0 - 1 |
J. Beekhuis | (1647) | - | A. Jonkers | (1531) | 1 - 0 |
A. Visser | (1569) | - | M. de Nooij | (1632) | ½ - ½ |
H. van Nieuwenhuizen | (1613) | - | T. Breidenbach | (1573) | 1 - 0 |
F. Schoone | (1420) | - | J. Vos | (1914) | 0 - 1 |
Teamleider André Kunst