De 4e ronde van de competitie stond in het teken van een kat en muis spelletje. De ranglijst na de 3e ronde leverde een indeling op voor de 4e ronde waarin nogal wat partijen waren waar een aanzienlijk verschil in speelsterkte optrad. In de partijen tussen Dick Wijker en Colleen Otten, Floor Schoone en Peter van Nieuwenhuizen, Maarten Gouda en Sinclair Koelemij en in het duel tussen Peter Hamersma en Patrick de Koning stond de uitslag bij voorbaat vast. Het ging er voornamelijk om hoeveel weerstand geboden werd en of er misschien toch een klein kansje zou ontstaan voor een wondertje.
Het eerste was Sinclair Koelemij klaar. Maarten Gouda speelde een Italiaanse
opening maar deed dit niet met de daarbij behorende dadendrang. Sinclair kon
snel het initiatief naar zich toe trekken. Het verzwakken van de koningsvleugel
en een uitval van de dame deden de rest. Na de 11e zet zag Maarten zich
geplaatst voor een niet te voorkomen mat en gaf de partij op.
De tweede korte
partij was die tussen clubkampioene Colleen Otten en jeugdkampioen Dick Wijker.
Ook in deze partij verloor wit kort na de opening het initiatief. Colleen wist
met een spervuur van grote en kleine dreigingen Dick terug te dringen. Een fout
is dan snel gemaakt, zo ook in de partij. Na 22 zetten staakte Dick verder
verzet.
Vervolgens de partij tussen Floor Schoone en Peter van Nieuwenhuizen.
Peter pakte het rustig aan, ontwikkelde zijn stukken en probeerde Floor's
stelling te verzwakken. Toen Floor een gat op de koningsvleugel liet ontstaan,
was Peter er als de kippen bij om zijn zware stukken er heen te dirigeren. Met
paard en dame plaatste hij Floor voor een matdreiging waar geen verdediging meer
tegen was. In de partij tussen Patrick de Koning en Peter Hamersma koos Peter
ook voor de rustige aanpak. Maar dat leverde wel regelmatig materiaalwinst op.
Soepeltjes manoeuvreerde Peter zijn tegenstander in een verloren positie.
Arent van Nieukerken
Sinclair Koelemij