Voor het eerst speelde een team van Kijk Uit 3 met een viertal. Dat dit toch
wel iets anders is als met een achttal, daar kwamen de heren snel achter.
Voorheen kon iemand een foutje maken, en dan zeggen: dat maken die andere zeven
wel goed. Maar als je met zijn vieren bent, en je maakt dan een foutje, is het
veel moeilijker voor de overige spelers om dat weer recht te trekken.
Nadat wij, Sjef Rosier, Peter Duijn, Maarten Gouda en ondergetekende in
Beverwijk gearriveerd waren, duurde het nog even voordat we konden beginnen,
omdat bijna niemand wist wie de teamleider van de tegenpartij was. Uiteindelijk
zaten we dan allemaal op onze plek, totdat Peter tegen mij zei dat hij op bord 1
zijn benen niet kwijt kon. Daar gaat dan je opstelling. Dus Sjef ging op 1,
Peter op 2, Maarten op 3 en Hij die Niet Genoemd mag Worden (H.d.N.G.m.W) op 4.
In het begin ging alles gelijk op, op bijna alle borden. Sjef stond iets
slechter, maar de anderen gingen leuk tegen elkaar in.
En wat er daarna gebeurde, misschien weet onze oude vriend Harry Potter het,
maar wij vier wisten het niet meer. Na lang een gelijke stand op het bord te
hebben gehad, was het Maarten die als eerste een licht stuk verloor, zonder
compensatie. Maar zo moest hij wel het eindspel in. En dan is het meestal snel
bekeken. Maarten hield de eer aan zichzelf en feliciteerde zijn veel oudere
tegenstander met de verdiende overwinning: 1-0 achter.
En daar kwamen de kwade geesten uit ons roemruchte verleden weer opgedoemd. Want
op dat moment, (dat Maarten had verloren), stonden de andere 3 borden ook
tamelijk verloren. Het enige wat de overige 3 nog te doen stond, was gewoon gaan
schaken! En het geschiedde.......
Peter kwam een loper voor tegen twee pionnen, en Sjef had een loper tegen
drie pionnen, maar op bord 4 rukten de witten zo hard en ongenadig op, dat de
zwarten het eigenlijk gewoon op konden geven, of..... Weliswaar stond zwart ook
een loper tegen twee pionnen voor, maar daarentegen was de witte pion op c7 zo
sterk geworden, dat zwart minimaal een toren zou verliezen zonder compensatie.
Zwart had nog één optie, en dat was inslaan op e3 (pion terug), met schaak.
En daar kwamen de goede geesten opeens de zwarte stukken te hulp. Want wit
maakte zijn eerste grote fout door niet de loper te slaan, (kon wel!), maar zijn
koning te verhuizen naar h1. Zwart kon alleen zijn dame op c8 zetten om promotie
van de pion op c7 te voorkomen. En nog stond wit glansrijk gewonnen. Maar wit
wilde het misschien iets te mooi afmaken, want hij sloeg de toren op d6. Zwart
had maar één mogelijkheid over, en dat was de witte toren op c1 te slaan (met
matdreiging op f1). En daarna deed wit de enige zet die absoluut verboden was,
en dat was met de dame inslaan op het giftigste paard ooit: g6. Hij had het
paard geslagen, en toen besefte hij dat het over was. Zwart zette zijn toren op
f1 en het was mat! Knol, bedankt! Zonder enige twijfel is dit een overwinning
uit het beste fabeltje ooit, maar het punt was binnen: 1 - 1.
Onze Sjef op bord 1 zag plotseling kans om nog een pion te winnen, en Peter
wilde de dames wel afruilen, want hij stond nog steeds een loper tegen twee
pionnen voor. Maar dan het eindspel hè.....
Uiteindelijk was Sjef diegene die in een hele moeilijke stelling remise aanbood,
wat dan ook dankbaar werd aanvaard door zijn tegenstander, en ik kon hem geen
ongelijk geven: 1½ - 1½.
Alleen Peter dus nog over aan onze kant. Volgens mij stond hij iets beter dan
zijn opponent, maar waarschijnlijk begon zijn leeftijd hem parten te spelen en
de vermoeidheid toe te slaan, zodat ook hij besloot tot een vredesakkoord. Na
enig overleg aan de andere zijde, (ikzelf was het er niet mee eens, maar
toch...), werd het vredesakkoord door de beide krijgsheren ondertekend.
Eindstand: 2 - 2.
Rest mij nog jullie te bedanken voor de inzet. Sjef bedankt voor het rijden
en hopende dat het de volgende keer nét iets beter gaat, zeg ik tegen u allen:
ga zo door, dan blijven we ongeslagen!
Reserve teamleider H.d.N.G.m.W.
De Wijker Toren 7 | (1499) | - | Kijk Uit 3 | (1427) | 2 - 2 |
S. Fatels | (1569) | - | S. Rosier | (1470) | ½ - ½ |
R. Lameris | (1490) | - | P. Duijn | (1514) | ½ - ½ |
B. Dassen | (1439) | - | M. Gouda | (1346) | 1 - 0 |
D. Skrobic | (0000) | - | H.d.N.G.m.W. | (1378) | 0 - 1 |