Het was weer vrijdagavond, veel regen en wind, en de temperatuur was ook niet al te lekker buiten. Tijd dus voor een lekker schaakavondje. Op deze avond moesten er toevallig twee 4-tallen thuis spelen, één voor de beker en één voor de bond. Ook mijn collega-jeugdleider Andries speelde mee in het bekerteam, zodat dit verslag weer van mij, hij die niet genoemd mag worden (H.d.N.G.m.W.), afkomt.
Aangezien één van onze betere spelers verhinderd was, hadden we een andere opstelling dan de 1e keer. Op bord 1 Peter Duijn, bord 2 Maarten Gouda, bord 3 René Koens en op het 4e bord mocht ik zelf plaats nemen.
In de opening ging ieder vrijwel gelijk op, de ene in een wat gedrukte stelling, de ander weer met aanvalsactiviteiten. René en ik hadden het geluk om tegen jeugdige tegenstanders te mogen aantreden, en dat kan nog al eens een verrassende uitwerking hebben. En die jongens hadden hun openingen ook goed doorgenomen, iets waar ondergetekende in het begin meteen vanaf wijkt, want schaakopeningen zeggen hem bar weinig. Peter had volgens mij de meeste moeite om zich op de been te houden tegen zijn rivaal die heerlijk aan het aanvallen was.
Peter moest dan ook eerst één en daarna pion nummer twee opgeven, om de
situatie nog een beetje onder controle te houden. Bij Maarten ging alles vrijwel
gelijk op, maar in het middenspel was zijn opponent gewoon sterker, zodat ook
hij materiaal in moest leveren. Op bord 3 kwam René ook lekker onder druk te
staan, met dame, loper en paard gericht op zijn koningsvleugel. Ook bij mij ging
het in het begin gelijk op, totdat in het middenspel, na een goede afruil voor
zwart, er van mij nog één pion meer op stond dan van mijn goed spelende jonge 'vriend'
aan de overkant. René kwam steeds verder onder druk te staan, net als Maarten.
Ook Peter zijn stelling was niet om over naar huis te schrijven, maar hem
kennende weet hij altijd weer wat op het bord te toveren.
Nadat ik achter mij had gehoord dat Maarten het bijltje er bij neer had gelegd,
en zijn tegenstander kon feliciteren, kwam ikzelf op een tweede pion voorsprong,
en daar weet onze bord vier specialist meestal wel raad mee. Maar de tussenstand
was wel 0 - 1.
Ondertussen werd de stand er op de overige borden ook niet beter op, voor ons
dan. Bij Peter werd er nog wat afgeruild, bij René ging het steeds minder goed,
en bij mijzelf moest ik proberen een gewonnen eindspel te creëren. Maar nadat
ook René zijn tegenstander moest feliciteren met het behalen van de winst, werd
het er voor bord één en vier niet makkelijker op: 0 - 2. Maar nadat op bord 4 de
zwarten ook de laatste torens af gingen ruilen, was er voor wit geen vuiltje
meer aan de lucht. Zwarte pionnen waren er op rij a, b, g en h, en de
witte stonden op rij a, b, c, f, g, en h en de beide koningen tegenover elkaar
op het midden van het bord. En na het afruilen van mijn a en h pionnen konden
zowel c als f doorlopen en de winst was binnen. Tussenstand: 1 - 2.
Alleen bord 1 nog over, waar Peter nog steeds achter stond, maar zijn
tegenstander dacht, als ik met remise genoegen neem, is de overwinning een feit.
En er werd door de twee gentlemen besloten om dat dan maar te doen.
Wil ik een ieder bedanken voor de getoonde inzet. Andries bedankt voor het helpen opzetten van het benodigde materiaal, en hopende dat het de volgende uitwedstrijd beter gaat en dat er dan misschien een keer 'the total victory' kan worden behaald, wens ik jullie vanuit de IJmuidense verslagkamer nog veel schaakplezier.
Jullie reservewedstrijdleider H.d.N.G.m.W.
Kijk Uit 3 | (1376) | - | De Vennep 4 | (1546) | 1½ - 2½ |
P. Duijn | (1514) | - | A. den Os | (1630) | ½ - ½ |
M. Gouda | (1346) | - | C. de Vlieger | (1462) | 0 - 1 |
R. Koens | (1266) | - | M. van Zaanen | (0000) | 0 - 1 |
P. de Koning | (1378) | - | R. Fokker | (0000) | 1 - 0 |