In een overvolle speelzaal in gebouw Jan Ligthart, waar naast het achttal van schaakclub Kijk Uit ook het eerste en tweede tiental van damclub DCIJ een wedstrijd speelden, werd afgelopen zaterdag 14 oktober een echte titanenstrijd uitgevochten. Voor hartpatiënten waren sommige partijen levensgevaarlijk vanwege de enorme spanning die op het bord heerste. Nadat om klokslag twaalf uur de wedstrijd was begonnen, ontbraken nog drie Kijk Uit spelers.
Het 1e team in actie | Sebastiaan ontsnapte in een vesting |
Nu is dit niet ongebruikelijk bij schakers want sommige komen altijd iets te laat, dan zijn ze beter geconcentreerd zeggen ze. Na enkele minuten kwam Jaap Kramer binnenwandelen, kort daarop gevolgd door Martin de Koning, maar waar was Colleen? Altijd op tijd, dus maar even (uit bed) bellen. Na een half uur zat ze achter het bord met verwilderd haar en duidelijk nog slaaptrekken. Haar partij belandde snel in een variant van het Frans, maar waarschijnlijk nog niet voldoende uitgeslapen want al spoedig verloor ze een stuk tegen twee pionnen. Tja, daar sta je dan als teamleider, maar goed er zijn nog zeven andere borden waar gestreden wordt.
Veel schaakopeningen hebben een naam en een aantal zijn naar steden of landen genoemd waar ze voor het eerste werden gespeeld of populair waren. Zo wordt de Scandinavische partij gekenmerkt door de zetten 1. e4 d5 . Zaterdagmiddag waren er een aantal partijen waar deze zetten in de opening een rol in speelden, je kunt zeggen een soort Scandinavische middag voor een aantal spelers.
Sensatie was er aan bord 8 waar Sebastiaan van Westerop het publiek op zijn hand wist te zetten door op een bord vol stukken plotseling een stuk te offeren. De hartslag van de omstanders nam toe, nadat Sebastiaan een derde pion terugveroverde, maar waarna zijn tegenstander met de zwart stukken eerst een toren offerde om vervolgens Sebastiaan zijn dame te ontfutselen. De ontstane stelling waarin zwart een dame had en twee vrij pionnen tegen een toren en paard leek gewonnen voor zwart. Toch wist onze Kijk Uiter zich met toren en paard tegen dame goed te verdedigen en nadat hij uiteindelijk nog het paard tegen een vrij pion gaf dacht zijn tegenstander: dit win ik met dame tegen toren. Mooi niet, Sebastiaan had een 'vesting' gebouwd met twee pionnen waardoor zwart in remise moest berusten.
Naast Sebastiaan zat Jaap Kramer. Jaap kwam goed uit de opening en had op een slimme wijze een pion weten te bemachtigen en wist deze goed te verdedigen. Rond de tijdcontrole offerde hij op een sublieme wijze een pion, schoof vervolgens twee pionnen naar voren waardoor de witte stelling uiteen viel en Jaap met twee torens kon binnenvallen. Nadat hij uiteindelijk drie pionnen had veroverd, gaf zijn tegenstander teleurgesteld op.
Aan bord 6 speelde André Kunst een rustige partij die een onverwacht einde had. Zijn tegenstander dacht André zijn toren te pennen, maar vergat dat als hij de toren zou slaan een aftrekschaak kreeg waardoor hij zijn dame zou verliezen. Om dit te vermijden moest een stuk worden gegeven waardoor de partij een abrupt einde kende.
Sinclair had een partij waar het bord lang vol met stukken stond en met nog een minuut op de klok voor veel zetten werden stukken geofferd alsof dit de normaalste zaak van de wereld was. Op de 40e zet blunderde Sinclair en verloor de dame en de partij.
Vrijwel gelijktijdig wonnen Arent en Peter hun partij. Arent had de gehele partij iets beter en actiever gestaan. Zijn tegenstander moest continue verdedigen en nadat hij een fout maakte, besliste Arent de partij onmiddellijk. Peter daarentegen had een merkwaardige (Scandinavische of van Geet?) opening: 1. Pc3 d5 2. e4 cxd4 3. Pxe4 Lf5 4. Df3 e6 5. Pg3 Lxc2 gevolgd door Dxb7. Na de opening consolideerde Peter zijn stelling en gaandeweg de partij kwam hij beter te staan. Dit resulteerde uiteindelijk in winst.
Colleen kon de achterstand in materiaal niet compenseren en moest uiteindelijk ook in verlies berustten. Als laatste speelde Martin de Koning. Hij kwam in een Konings-Indische partij goed uit de opening, ruilde de dames op het juiste moment en marcheerde met zijn koning naar de zwakke zwarte centrumpionnen. Op een voortreffelijke wijze werd de partij in winst omgezet en had Kijk Uit zijn eerste competitieoverwinning van het seizoen binnen.
Kijk Uit 1 | (1975) | - | Castricum 1 | (1873) | 5½ - 2½ |
Colleen Otten | (2040) | - | Sander Mossing Holsteijn | (2032) | 0 - 1 |
Arent van Nieukerken | (2095) | - | Wim Pool | (2046) | 1 - 0 |
Peter van Nieuwenhuizen | (2045) | - | Cees Lute | (1827) | 1 - 0 |
Martin de Koning | (1952) | - | Albert Bouma | (1852) | 1 - 0 |
Sinclair Koelemij | (1989) | - | Evert Schmit | (1828) | 0 - 1 |
André Kunst | (1948) | - | Hans Leeuwerik | (1772) | 1 - 0 |
Jaap Kramer | (1875) | - | Michael van Gelderen | (1775) | 1 - 0 |
Sebastiaan van Westerop | (1858) | - | Piet van Wonderen | (1850) | ½ - ½ |
Peter Hamersma