Dramatische degradatie voor Kijk Uit 1

De Wijker Toren 2 - Kijk Uit 1    4½ - 3½

Zaterdag 9 mei 2009 - Na bijna 30 jaar meestens Promotieklasse (en een paar jaar 3de klasse KNSB rond het begin van het millennium) te hebben gespeeld, is Kijk Uit 1 na de laatste wedstrijd tegen de Wijkertoren 2 gedegradeerd. Alle onwaarschijnlijke, maar toch mogelijk zijnde spookscenario’s voltrokken zich, waardoor naaste degradatiekandidaat HWP 2 met een half bordpunt meer (erger kan het niet) uiteindelijk het vege lijf redde en Kijk Uit 1 met een wellicht nog veger lijf degradeerde.
Bij 4-4 was behoud gegarandeerd voor ons eerste team, bij een kleine nederlaag, zoals nu het geval was, waren we afhankelijk van de wedstrijd tussen HWP 2 en KC 4; in het laatste geval mocht HWP 2 niet meer dan 5½ bordpunten halen (de onderlinge wedstrijd tussen Kijk Uit 1 en HWP 2 zou dan beslissen in het voordeel van Kijk Uit 1).

Helaas dus geen winst of zelfs 4-4, maar een 3½ – 4½ verlies en KC 4 (met 6 invallers vanwege vakantie / basisspelers te vaak in hogere teams ingevallen) verloor tot overmaat van ramp (niet voor henzelf, want ze stonden in de middenmoot) met 6-2, waarbij het er nog lange tijd er naar uit zag, dat de eerste bordspeler van KC 4 een gewonnen eindspel had (en dit waarschijnlijk ook was, wat 5½.– 2½ zou betekenen en lijfsbehoud voor Kijk Uit 1) maar waarbij de HWP 2 speler toch ontsnapte met remise, waardoor op Sinclair Koelemij de uiterst ondankbare en ook schier onmogelijke taak rustte (de allerlaatste partij die bezig was) om het onmogelijke te realiseren en zijn partij te winnen om alsnog de 4-4 te realiseren; dit werd uiteindelijk naar verwachting remise (met alle gevolgen vandien).

De gemeenschappelijke laatste ronde Kijk Uit 1 - De Wijker Toren 2

Voordat ik naar het verslag van de afzonderlijke partijen over ga, zou ik de aandacht willen vestigen op een aantal vragen, waarover we als club zouden moeten nadenken en wellicht te berde zouden moeten brengen op de komende jaarvergadering
Welke gevolgen heeft de degradatie naar de eerste klasse NHSB, waarbij de heilige zaterdag als speeldag komt te vervallen? Zullen al onze spelers veerkrachtig genoeg zijn om zich op de nieuwe omstandigheden in te stellen (al was het alleen maar het nieuwe speeltempo van 36 zetten per uur naast het doordeweeks spelen), dit als een bedrijfsongeluk te zien (het kan iedereen overkomen en voorbeelden genoeg van teams die hetzelfde lot ondergingen en vervolgens weer terugkwamen) en volgend seizoen weer te promoveren? Of zullen bepaalde spelers de brui er aan geven en luidt deze gebeurtenis het begin in van verdere (sportieve) aftakeling?

Ik hoop natuurlijk dat we de rug kunnen rechten, met frisse moed er weer tegenaan kunnen gaan (tegenslagen zijn er om overwonnen te worden) en dat de Obama mentaliteit (of zo je wil de Canon mentaliteit), “YES WE CAN” overheerst. Ik zeg dit niet alleen m.b.t. het eerste team, maar ook richting het tweede team, waarin ikzelf zit. Het tweede team heeft de potentie om mee te spelen om de bovenste plaatsen (voor promotie richting tweede klasse, waarin het tweede team ooit (tot en met seizoen 2004/2005) jaren gespeeld heeft. We hebben niets aan een mentaliteit, die ik af en toe hoor, “eerst maar zien dat we behouden blijven” of “we zullen toch wel weer degraderen”, maar wel aan een pitbull mentaliteit. Hup vastbijten en meteen doorstoten naar de tweede klasse.

Maar ja, alles hangt dus af van de mentaliteit van allen en ik hoop dat ik niet de enige optimist ben in deze.

En dan nu het verslag:

Jan Geus – bord 8 (zwart)

Jan kreeg met zwart het Weens tegen zich; hij ging eventuele theoretische verwikkelingen uit de weg door 2)…Pc6 te doen ipv 2)…Pf6 en 3) f4) en er ontstond een Italiaanse opening met Pe2 ipv Pf3. Jan ruilde zijn paard op c6 af tegen de witkleurige witte loper op b3, waardoor wit een dubbele b-pion kreeg, maar wel een halfopen a-lijn.
Ik heb alle partijen, waar mogelijk, zelf bijgehouden op mijn grote ringblok en –zonder diepgaande analyses te maken- geef ik enkele korte opmerkingen/overwegingen weer.

Stand na de 11e zet van wit 11) ab3:









Hans Wiemerink - Jan Geus

Jan deed hier 11)…d5, waarna de partij verder ging met 12) Pc3 d4 13) Pa2 Db6 14) b4 c5 15) bc5: Dc5: 16) b4 waarbij twee vliegen in 1 klap sloeg: oplossing dubbele b-pion en meteen overwicht op damevleugel met oprukkende damevleugelpionnen, terwijl de zwarte dame de voortgang van zijn eigen damevleugelpionnen blokkeert.

Ik zou in bovengenoemde diagramstelling 11)…b5 overwogen hebben en wit tot een verklaring dwingen: 12) cb5: levert wit een geisoleerde dubbelpion op de b-lijn op en 12) Pc3 kan beantwoord worden door 12)…b4, waarbij het witte paard maar eens moet zien naar welk veld het eigenlijk toe moet (a-lijn verstoppen en buitenspel staan op a4 of terug naar d1 of b1?).

Partij ging verder met 16)…Dc7 17) f4 (nu rolt wit op beide vleugels) Lg4 (waarvoor dient deze zet? Is 17)…Ld7 misschien niet beter om –afhankelijk van wits pionzet op de damevleugel- de loper op b5 te zetten, de damevleugel vast te zetten en aanval/druk op d3 OG bij eventueel b5 van wits zijde, aanval op b5 te ondersteunen in samenspel met zwarte pionzet a6 en verticalen openen? Nogmaals, ik geef alleen snelle overwegingen weer zonder verdere analyse hierop gedaan te hebben.

Verder geschiedde: 18) Pg3 ef4: (18)…a5?!) 19) Lf4: Dc6 (wit komt lost;zwarte dame opgejaagd) 20) Pc1 Tfd8 21) Pb3 Ph5 22) Ph5: Lh5: en vervolgens heb ik notatiefouten gemaakt. In ieder geval is het duidelijk denk ik dat zwart langzamerhand weggedrukt werd, waarbij uiteindelijk de witten toren op de a-lijn verdubbelden en de zwarte pion op a7 het zwaar te verduren kreeg. Zwart verdedigde de pion met alle macht (met alle passiviteit vandien) en maakte uiteindelijk een rekenfout, waardoor hij ook nog eens de kwaliteit verloor. Jammer, gezien bovenstaande waren er zeker kansen voor zwart vanuit de opening.
Tussenstand: 0-1 (na 2½ uur spelen)

André Kunst – bord 3 (wit)

André bokste met wit op tegen een sort van Pirc, waarbij de zwarte koning verzuimde te rokeren en al wandelend en 1x ruilend terecht kwam op g7. André had overwicht, maar zwart slaagde er uiteindelijk in los te komen en tegenspel te ontwikkelen op de damevleugel. Na diverse ruil partijen bleef een eindspel over van witte loper en pionnen tegen zwart paard en pionnen.
De tegenstander van André bood twee keer remise aan. Bij de eerste keer kwam André bij de teamleider (ondergetekende), waarop ik hem vertelde (als teamleider is het heel moeilijk iets te zeggen in zulke degradatiestrijdpartijen waarbij elk punt nodig is en aan de andere kant geen risico genomen kan worden door te forceren en vervolgens met lege handen te blijven) dat ik het aan zijn beoordeling overliet
Uiteindelijk ontstond de volgende stelling (na 40 zetten) vlak voor het einde met een ‘stunning’ ontknoping:









André Kunst - Dennis Bruyn

André doet hier 41) Lc2??, wat een boek. Iedereen –inclusief André’s tegenstander ziet 41)...Le2:† Ke2: 42) Pc4: met pionwinst en dan valt het nog maar te bezien of remise nog haalbaar is.
Zwart ging echter verder met 41)…Le2: (je zou denken, hij pakt die kans) 42) Ke2: h5??.
Vervolgens verdedigt André alsnog de pion op c4 en wordt tot remise besloten.
Waarom sloeg zwart niet?? Hij was te bang voor de vrijpion op a3, maar dit slat natuurlijk nergens op. Wit had die vrijpion op a3 al en zwart zou –na de pionwinst- zelf ook een vrijpion krijgen op c5.

Al met al lichtelijk gezwijnd hier: ½ – 1½

Colleen Otten – bord 2 (zwart)

Na 3½ uur wint Colleen haar spectaculaire partij (in haar woorden een freestyle-partij en dat was het zeker, met o.a. ontwikkeling van beide paarden naar de rand, a6 en h6).
Colleen is de laatste twee bondswedstrijden weer op dreef; na de winstpartij tegen de Waagtoren 2 was dit ook weer een knappe overwinning.
Helaas kon ik niet alle genoteerde zetten goed zien, maar uiteindelijk verbruikten beiden veel tijd (wat wil je in zo een partij).

Ter illustratie van deze wild west shooting, een diagram na 13) f3:









Wim Rakhorst - Colleen Otten

De zwarte loper op g4 wordt aangevallen, maar de witte koning was nog zo brutaal om niet te rokeren.

13)…d5 !!! (Ik geef uitroeptekens, omdat Colleen uiteindelijk spectaculair won).
14) cd5: Dg3:† 15) Kf1 Ld4: 16) Dd4: Lf3: 17) Df2 Lg2:† 18) Dg2: Df4 19) Df2 Dc7 met pionwinst. Hier ging mijn notatie fout, maar ik denk wel dat het duidelijk is hoe spectaculair deze partij was. Uiteindelijk won Colleen via een torenschaak de witte dame.
Tussenstand: 1½ – 1½

Jan en Peter Colleen en Peter

Peter Hamersma – bord 7 (wit)

Vlak na de winstpartij van Colleen kwam Peter tot remise tegen de alom bekende arbiter Joost Out.
Peter kwam goed uit de opening en volgens mij was dit te winnen, zie volgende diagram na 13)…de5:









Peter Hamersma - Joost Out

Peter vervolgt met 14) De2?. Waarom niet simpel de dames afruilen en dan inslaan op e6? Het paard valt met tempo de zwarte toren op f8 aan, waardoor zwart geen tijd heeft voor de insluitzet h6.

Uiteindelijk gaat de partij als volgt, waarbij zwart uiteindelijk kwaliteit offert met het witte paard van g5 op f3 en een zetherhalingsconstructie inbouwt:
14)…Tad8 15) Tad1 Ld6 16) a4 De7 17) a5 Pd7 18) Dc4 Tde8 19) a6 b6 20) Dc6: Lc5 21) Pc5: Pc5: 22) Db5 Ph5 23) Pf3 Tf3: (het kwaliteitsoffer) 24) gf3: Dg5† 25) Kh2 Tf8 26) Te3 Dh4 27) Df1 Df4† 28) Kg2 Dg5 29) Kh2 Df4 en zwart biedt remise aan, die wit aanneemt.
Jammer, er had meer in gezeten.
Tussenstand: 2-2

Peter van Nieuwenhuizen – bord 1 (wit)

Peter speelt tegen de sterke Paul Spruit. Ik weet de naam van de opening niet, maar het lijkt op iets Gruenfeld-Indisch-achtigs 1) d4 g6 2) c4 Lg7 3) Pc3 c5 4) e3 cd4: 5) ed4: Pf6 6) Pf3 d5 7) cd5: Pd5: 8) Lc4 Pc3: 9)bc3:

Zwart krijgt al vrij snel een stronghold/outpost met een paard op c4 en drukt wit geleidelijk aan met goed stukkenspel langzamerhand in de verdrukking. In de tijdnoodsfase wint zwart de kwaliteit. Peter probeert nog een stukoffer op g6 als een laatste stuiptrekking, maar dit wordt ook door zwart koelbloedig en simpel verdedigd.
Tussenstand: 2-3. De 4-4 begint in gevaar te komen.

Arent van Nieukerken – bord 4 (zwart)

Arent is niet de oude Arent van de eerste paar wedstrijden van vorig jaar, waarin hij o.a. Peter de Roode van Santpoort versloeg.
Hij kreeg met zwart de door hem verfoeide d4 opening (afruilvariant in damegambiet: 1) d4 d5 2) c4 e6 3) cd5: ed5: 4)Pc3 c5). Het siert hem wel dat hij telkenmale de aanval zocht en zodoende ook in deze partij. Uiteindelijk echter sloeg de aanval niet door en belandde hij in een toreneindspel met een pion minder. Helaas was zijn koning afgesneden (toen Arent nog alleen een K en T en wit een K, T en een pion op de e-verticaal had, die op het punt stond te prooveren) van het promotieveld en wit bouwde uiteindelijk een Lucena-constructie en won de partij.
Tussenstand 2-4.

De prognose (met de partijen van Sebastiaan en Sinclair nog bezig) was een 3½ – 4½ nederlaag, waardoor we dus de aan het begin van dit verslag genoemde afhankelijkheid van de wedstrijd HWP 2 – KC 4 zouden hebben (HWP 2 mocht dan dus niet meer dan 5½ bordpunt halen).

Sebastiaan van Westerop – bord 6 (zwart)

Jammer dat Sebastiaan tegenwoordig niet regelmatig meespeelt in de onderlinge. Ik vond (en vind) hem een topspeler, die de 2000 ELO makkelijk zou moeten kunnen halen en dit zou vast mogelijk zijn met meer spelritme.
Desondanks was er van gemis aan ritme in deze partij niets te merken. In een Scandinavische partij met de centrumvariant 2)…Dd5: met 3) Pc3 Da5 won hij de kwaliteit - pion. Wit kreeg echter twee verbonden vrijpionnen op de a en b-verticalen, ondersteund door L en T. Wit zei winstkansen te hebben, maar m.i. leek dit er niet op, omdat de witte toren de pion op de a lijn moest verdedigen en zwart ervoor zorgde dat deze pion moeilijk kon oprukken.
Het neemt niet weg, dat dit voor Sebastiaan makkelijk tot winst te voeren was; uiteindelijk kreeg Sebastiaan het op zijn Van Westeropees voor elkaar om de zaak af te wikkelen (met inbegrip va eliminatie van de twee witte pionnen op de damevleugel) naar een T tegen L eindspel met pion voor op de koningsvleugel.
Tussenstand: 3-4

Sebastiaan tegen Stefan Jorrtisma Sinclair tegen Bastiaan Veltkamp

Sinclair Koelemij – bord 5 (wit)

Om lijfsbehoud eigenhandig te garanderen, zou Sinclair moeten winnen, maar de stelling stond gelijk in een damepionspel tegen een jeugdtalent van de Wijkertoren.
Sinclair probeerde het nog wel, maar uiteindelijk moest hij in remise berusten

Eindstand: 3½ – 4½ en in de wetenschap dat Max Kerkvliet van KC4 (bord 1) een gewonnen gewaande partij uiteindelijk niet wist te winnen (HWP 2 – KC4: 6-2), was degradatie een jammerlijk feit.









Eduard Leinwand (HWP 2) - Max Kerkvliet (KC 4)

Kerkvliet (met zwart) moet hier 1 ... Ke1 spelen waarna het eenvoudig gewonnen is. Een van de zwarte pionnen promoveert terwijl de witte pion niet kan promoveren op straffe van verlies door een torenschaak op f2. In plaats daarvan speelde zwart 1 ... Tf2†? 2 Ke6 Ke3?? 3 Txa2 h1D 4 Txf2 en na een aantal schaakjes moest zwart in remise berusten.

Natuurlijk moet een team primair op eigen kracht lijfsbehoud zelf veilig stellen zonder van andere teams afhankelijk te zijn, maar het was bijvoorbeeld dubbel zuur, dat KC4 verloor van Heerhugowaard in de vorige ronde (bij het ingaan van de een na laatste ronde was Heerhugowaard ook een degradatiekandidaat naast HWP 2 en Kijk Uit 1) en in de laatste ronde dus van HWP 2.
Ook de De Uil factor (½ – 7½) heeft zeker een aandeel gehad in de degradatie.

Volgend jaar weer in vol ornaat promoveren.

Özden Tuna