Dick Wijker aan bord zes speelde met wit tegen het lokale
jeugdtalent Elham Wasei en dat heeft Dick geweten. Vanuit de opening (ik
geloof dat het een Philidor was) werd Dick vrij snel weggespeeld. Zijn
dame en witkleurige loper werden continu bestookt door de zwarte rossen.
Nadat zwart de witte korte rokadestelling had opgeblazen na ruil van
zwarte loper op g4 tegen wit paard op f3 (resulterend in een aan flarden
gereten pionnenstelling h2, f2, f3), werd het pleit snel beslecht door
zwart middels een mataanval met dame en paard: 0-1 |
|
Paul
Koper speelde aan bord acht met wit (ik geloof een damepionopening).
Paul kwam al snel met een passieve loper op b2 te zitten. Zwart leek
binnen te komen met onder andere de torens in de stelling van wit. Zwart
won een pion en leek de beste papieren te hebben. Na enige ruil bleef er
een dubbel toreneindspel over met de meeste pionnen nog op het bord.
Deze partij bewees maar weer dat aanval de beste verdediging is. Wit
rolde op zijn beurt met de torens over de c lijn binnen en begon de boel
op stelten te jagen binnen het zwarte hinterland. Wit won de pion terug
voor zover ik heb kunnen zien. De stelling was nog interessant genoeg,
maar kennelijk viel er voor wit geen verdere eer te behalen: ˝ - 1˝ |
|
Jaap Beekhuis speelde met zwart aan bord zeven een nogal vreemde
opening (zo vreemd dat ik ben vergeten wat het was; kortom
Onregelmatig). Zijn koning bleef in het midden van het bord
vastgekluisterd en hij verloor geloof ik een pion. Even later - het kan
verkeren - stond hij een stuk voor en leek de partij uit te gaan spelen
door deze materiële voorsprong te consolideren. De partij eindigde
echter in remise (dan heb ik vast iets gemist): 1 - 2 |
|
Andries Visser speelde aan bord vier met wit tegen een Siciliaan. Hij
kwam er goed uit en won in het verre middenspel een pion. Volgens mij
belandde hij in een pionneneindspel. Er moest nog even worden opgelet,
maar hij maakte het bekwaam af.
Goed zo, hopelijk wordt dit de ommekeer, na zijn ziekmakende nederlaag
tegen De Uil 3 in de vorige wedstrijd. 2 - 2 |
|
Jan Jansen speelde met zwart aan bord drie en toverde weer 'zijn'
Aljechin tevoorschijn. Helaas liep het ook deze keer niet lekker en
verloor hij een pion. In een eindspel met gelijkkleurige lopers stond
hij al op het punt zijn hand uit te steken om de tegenstander te
feliciteren als deze de winnende voorzetting zou kiezen, maar dat deed
de beste man niet. Twee minuten later meldde hij dat hij het niet zag en
bood remise aan. Jan op zijn beurt rukte bijna de hand van zijn
tegenstander er af om dit aanbod zonder aarzelen aan te nemen. 2˝ - 2˝ |
|
Jan Geus speelde aan bord vijf met zwart tegen de immer
sympathieke Hans Pot. Het werd geloof ik een Spaanse opening. Jan zette
de partij keurig op en rolde met zijn torens via de b-lijn de stelling
van wit binnen. De op avontuur gaande witte dame werd bijna ingesloten
door Jan (die oude snoeperd toch) en wit kon dit alleen voorkomen ten
koste van de opoffering van een licht stuk. Daarna was het snel gedaan. |
|
Al met al resulteerde dit in een tussenstand van 3˝ -
2˝ voor ons tweede.
De eerste twee borden waren op dat moment nog bezig in de uiterste
tijdnoodfase. |
|
Ik speelde met wit aan bord twee en kreeg 1) e4 d6 2) d4 e6 tegen me.
Een dergelijke egelachtige opening met zwart vraagt om een witte
strafexpeditie middels het onder andere pakken van het centrum en de
ruimte (middels Pc3 en f4). Wit kreeg een mooie gedekte vrijpion op e5.
Nadat zwart gedwongen werd de dames te ruilen ten koste van een
geďsoleerde dubbelpion op h7 en h6, leek wit op rozen te zitten. In
plaats van de stelling te consolideren (verdere ruil van stukken),
besloot wit in alle euforie de vrijpion op e5 op te spelen. Dit ging
niet goed en de pion ging verloren. Wit wist het nog tot een loper (wit)
tegen paard (zwart) eindspel met een pion minder te brengen, maar
inmiddels was wit zijn tijdsvoorsprong van twintig minuten kwijt en kwam
zelf in eerdergenoemde tijdsnood. Zwart pakte een pion terug; het
eindspel leek toen nog steeds in de remisemarge te liggen. Maar nadat
zwart (tja, in tijdsnood is het alles of niets) nog een pion afsnoepte
met de loper, was deze afgedwaald op de damevleugel en kon niet meer op
tijd meehelpen in de verdediging om twee zwarte vrijpionnen af te
stoppen. De witte koning stond plots tegen een overmacht van deze twee
(van elkaar geďsoleerde) vrijpionnen, die goed ondersteund werden door
het zwarte paard. Hierdoor zou een van de pionnen doorlopen naar
promotie. 3˝ - 3˝. Uw teamleider baalde hiervan nog flink, daags na de
partij nog. |
|
Ingmar Visser aan bord een had zwart en speelde zijn lijfopening
(Pirc / Moderne verdediging; de juiste keus laat ik over aan de
specialisten) tegen een 1800+ speler. Hij kwam er niet lekker uit en
werd langzamerhand weggedrukt. Intussen was echter de tijdnoodfase
begonnen; eenieder had nog 2˝ minuut
en alle ogen waren constant gericht op de klok. Toeschouwers moesten
geen zwak hart hebben, zo zenuwslopend was het. Op een gegeven ogenblik
raakte wit's tijd sneller op dan die van zwart en viel wit's vlag in een
voor hem gewonnen stelling. |
Zoals de titel het aangeeft, was het hangen en wurgen, maar mogen wij nu ook
eens het geluk aan onze kant hebben na de ongelukkige nederlaag tegen De Uil 3
in de vorige wedstrijd.
De volgende wedstrijd is alweer op 30 november aanstaande (op een maandagavond
tegen De Vennep 2). Ik reken op uw aller aanwezigheid (en op een vrijwilliger
die wil rijden naast mij).