De jubileumschaakoploswedstrijd

Ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van Kijk Uit organiseren wij een schaakoploswedstrijd. Regelmatig zal een schaakprobleem worden gepubliceerd op de clubavond. De oplossing van het probleem moet je nog diezelfde clubavond inleveren. Het gebruik van een schaakcomputer is verboden. Voor iedere goede oplossing verdien je punten. Degene die aan het eind van het seizoen de meeste punten heeft verzameld ontvangt een fraaie prijs.
Deponeer op de clubavond je oplossing in de daarvoor bestemde oplosbus. Vergeet niet je naam te vermelden op je oplossing.

Stand na 16 opgaven

Pl. Naam Pt.

1.

  

Colleen Otten

   15
2. Sinclair Koelemij    11
3. Marcel Sondervan, Sjef Rosier 7
4. Andries Visser, Frank Buijck 6
5.   

Patrick de Koning

   4
6. Jaap Beekhuis, Sebastiaan van Westerop 3
7. Andrι Hennipman, Floor Schoone, Cees van der Vlis (dammer!) 2
8.. Maarten Gouda, Cor Dekker, Peter Duijn, Frans Elzenga (dammer!) 1
9. Jan Geus 0

Opgaven en oplossingen

Opgave 16








G. Mentasti, 1963

Wit speelt en wint.
De eenvoudigste stellingen zijn doorgaans het moelijkst te winnen. Het is maar dat je het weet.

Oplossing opgave 16

Het lijkt een fluitje van een cent, zoals veel inzenders dachten na

1. Lg6! Lxg6 2. d7

Zwart moet van goede huize komen om de witte pion van promoveren af te houden. Maar met de volgende zet lijkt dat toch nog te lukken.

2. ... Le8!

Wat nu? Na 3. dxe8D? Pc7† is het remise. Een minorpromotie brengt uitkomst.

3. dxe8P!!

En wit wint. Zijn tweede pion loopt door naar dame.
Slechts twee inzenders vonden de juiste voledige oplossing, terwijl er nog zo gewaarschuwd was.


Opgave 15








O. Mazo & A. Nemtsov, 1938

Wit kan met enkele fijnzinnige manoeuvres glansrijk remise afdwingen. Hoe?

Oplossing opgave 15

Wit houdt de zwarte koning aan de praat met een serie schaakjes.

1. Pf5† Kf2

De velden e2 en e4 zijn taboe vanwege een familieschaak op g3.

2. Tf1† Kg2

Het enige veld. 

3. Pe3† Kh2

Het lijkt alsof de zwarte koning eindelijk verlost is van die hinderlijke schaakjes. Maar wit heeft nog iets in petto.

4. Tf3!

De dame wordt de pas afgesneden. Zwart kan de matdreiging op h3 alleen ongedaan maken door zijn dame te offeren, met remise als gevolg.


Opgave 14








C.M. Bent, 1965

Wit staat er bijzonder goed voor. De winst ligt voor het grijpen maar vereist nog enige nauwkeurigheid. Hoe zou jij het aanpakken?

Oplossing opgave 14

Deze opgave bleek erg lastig.Slechts twee inzendingen (mede door de geringe opkomst wegens het Corus schaaktoernooi) waarvan slechts ιιn goed antwoord.
De winst lijkt heel eenvoudig maar wit moet enorm opppassen. Na 1. b8D? Kd4†!  2. Dxc7 g1D† 3. Kxg1 is het pat! De juiste oplossing is

1. b8L!!

Zwart trekt aan het kortste eind, want zowel na 1. ... Lxb8 2. Pd7† als na 1. ... Kxf6 2. Lxc7 blijft hij een stuk achter.


Opgave 13








A. Kakovin, 1968 (correctie R. Timmer, 1991)

Kunnen de witte paarden nog een vuist maken tegen de zwarte pion die op promoveren staat?

Oplossing opgave 13

Ja, en dat ondanks het feit dat zwart een dame haalt. Er is namelijk iets curieus aan de hand. Na

1. Pxb4! a1D 2. Pc2!

blijkt dat de kersverse dame weinig in te brengen heeft. Waar zij ook naar toe gaat, met een paardvork gaat zij altijd verloren. Remise is onvermijdelijk.


Opgave 12








Wit aan zet. Mat in 8.

Oplossing opgave 12

1. Td3† Kc8 2. Tc3† Kb8

Nu de toren de diagonaal a1-h8 blokkeert kan de dame spelen.

3. Dc7† Ka8

De toren is nodig om het mat te volbrengen. Daartoe moet de penning van de toren opgeheven worden.

4. Da5† Kb8 5. Db4† Ka8 6. Da3† Kb8 7. Db2† Ka8 8. Ta3† mat.


Opgave 11








F. Richter, 1954

De stelling lijkt verdacht veel op de vorige opgave. Alleen is nu de opgave: wit begint en wint. Zie je het verschil?

Oplossing opgave 11

Het begin is identiek aan de vorige opgave.

1. h4 Ke6 2. h5 Kf7 3. hxg6† Kg8

Het verschil is echter de extra b-pion van zwart. Hierdoor staat hij (nog) niet pat. Wit moet zo snel mogelijk zijn pionnen ondersteunen via een omtrekkende beweging.

4. Kb8! b5 5. Kc7 b4 6. Kd6 b3

Wit lijkt te laat te komen. Zwart heeft geen zetten meer en de witte koning is nog te ver weg. Maar....

7. Ke5!

Precies op tijd wordt de diagonaal a1-h8 onderbroken.

7. ... Kxg7 8. Kf5†

En wit wint gemakkelijk.


Opgave 10








W. Korteling, 1942

Wit is aan zet. De zwarte h-pion staat te trappelen van ongeduld om te mogen worden opgespeeld en te promoveren tot dame. Wat kan wit hier nog tegen verzinnen?

Oplossing opgave 10

Wit maakt simpel remise door de koninklijke weg te bewandelen.

1. Kd4 h5 2. Ke3 h4 3. Kf2! hxg3† 4. Kg1!

Zwart moet in remise berusten. Hij kan het pat slechts opheffen door beide g-pionnen te geven.


Opgave 9








R. Reti, 1931

Wit is aan zet. Kunnen de twee witte pionnen het bolwerken tegen de twee lichte stukken?

Oplossing opgave 9

Slechts drie inzenders vonden de juiste oplossing: Frank Buijck, Colleen Otten en Sinclair Koelemij.
Het juiste antwoord is ja! Wit houdt remise.
Het is duidelijk dat wit moet vechten voor remise. Wanneer hij zijn 2 pionnen verliest zonder dat zwart daar een stuk voor hoeft in te leveren, is het verloren voor wit. Aan promotie van de witte a-pion hoeft wit niet te denken. Na 1. b6? gaat wit mat met 1. ... Ld5† 2. Kb8 Pa6† mat.
Wit kan zich redden door een verborgen patval.

1. a8D Ld5† 2. Ka7! Pxa8

Of 2. ... Lxa8 3. b6 en wit wint een van de zwarte stukken waarna het remise is.

3. b6 Kc8

Het lijkt alsof wit uitgefietst is, maar de b-pion heeft het laatste woord.

4. b7†! Lxb7 pat.


Opgave 8








L.I. Kubbel, 1928/1929

Wit is aan zet. Hoe wint wit?

Oplossing opgave 8

Bijna iedereen vond de goede oplossing. Na de beginzet

1. Kg5!

is zwart in zetdwang. Zijn koning zit als het ware op slot, zodat alleen het paard kan spelen.

1. ... Pe7

Dit is echter een heel ongelukkig veld, want nu wint wit met

2. b7 Kc7 3. d6† Kxb7 4. dxe7 enzovoorts.


Opgave 7








I. Fritz, 1940

Wit is aan zet. Hoe zou je de stelling beoordelen?
a) Wit wint de zwarte dame door een aftrekschaakje en houdt zodoende remise.
b) Zwart verliest inderdaad de dame, maar wint toch de partij.
Licht je antwoord toe met varianten.

Oplossing opgave 7

Alleen Franck Buijck en Colleen Otten vonden de goede oplossing. De overige inzenders hebben de witte truuk op de 3e zet niet gevonden.
Het goede antwoord is a.
Op het eerste gezicht lijkt het verloren voor wit. Met

1. Pc2† Kxb1 2. Pxa1

kan wit de dame winnen maar wat schiet hij er mee op? Na

2. b2†

krijgt zwart opnieuw een dame. Maar er zit nog een truuk in de stelling.

3. Kg7! bxa1D 4. Lf6

en ook deze dame gaat verloren waarna het remise is.


Opgave 6








A.G. Kuznetsov en B.A. Sacharov, 1958

Wit aan zet kan remise maken met 1. Pxd4 waarna zwart pat staat. Maar zit er misschien meer in voor wit?

Oplossing opgave 6

Ja, er zit veel meer in voor wit. De zwarte koning wordt niet pat maar mat gezet! het gaat als volgt:

1. Ta1†! Kxa1

Na 1. ... Dxa1 2. Pb4† is het onmiddelijk mat.

2. Pxd4 Ka2

Na 2. ... a2 3. Pb3† is het ook onmiddelijk mat.

3. Pe2 Ka1 4. Pc1

Nu moet zwart zijn pion wel opspelen.

4. ... a2 Pb3† mat.


Opgave 5








J. Gunst, 1923

Omdat de witte koning te ver weg staat, zullen zijn pionnen het werk moeten doen. Hoe kan wit heel fraai winnen?

Oplossing opgave 5

Dat deze opgave makkelijker was dan de vorige opgaven bleek wel uit het grote aantal goede inzendingen. Essentieel is om de zwarte koning niet bij de witte pionnen te laten komen. Tevens moet wit voorkomen dat het paard het promotieveld d8 kan dekken.

1. c6!

Na 1. d6 speelt zwart 1. ... Kf8 en is op tijd om de pionnen tegen te houden:  2. d7 Ke7 of 2. e7† Pxe7 3. d7 Pc6

1. ... bxc6 2. e7! Pxe7 3. d6

Nu blijkt de bedoeling van wits eerste zet. De zwarte pion op c6 blokkeert het veld voor het paard. De laatst overgebleven pion kan vrijuit doorlopen. Zwart kan nog 3. ... Kf8 proberen, maar daar trekt wit zich niets van aan en wandelt ongestoord door met 4. d7

Niet goed is om met 1. e7? te beginnen. Na 1. ... Pxe7 2. c6 speelt zwart niet 2. ... bxc6? 3. d6 met overgang in de winnende variant, maar 2. ... Pxc6! waarna de pionnenopmars gestuit is.


Opgave 4








De gebroeders V.N. en M.N. Platov, 1911

Wit is aan zet. Zwart dreigt een dame te halen en daarna eenvoudig te winnen. Toch weet wit remise te bereiken. Hoe? Licht je antwoord toe met varianten.

Oplossing opgave 4

Hoewel sommige leden tot diep in de nacht probeerden de oplossing te vinden, slaagden zij daar toch niet in. Anderen vonden wel het juiste thema maar faalden in de afwerking. Slechts twee goede inzendingen mocht ik ontvangen en wel van Colleen en iemand die tekende met "The Champ"???. Het goede antwoord is:

1. e7 Ld6† 2. Ka4!

Het enige veld. Wanneer de koning naar a5 gaat, heeft zwart een schaakje: 2. Ka5? Lxe7 3. Lb5 en nu niet 3. ... h1D 4. Lc6† en pat maar eerst Ld8† zodat de patwending niet meer opgaat.

2. ... Lxe7 3. Lc4! h1D 4. Ld5† Dxd5 pat!


Opgave 3








P. Perkonoja, 1971

Ondanks de materiλle achterstand maakt wit (aan zet) toch remise.
Laat zien hoe.

Oplossing opgave 3

Een aantal inzenders begonnen goed maar misten de clou bij de 4e zet. Het begin ligt voor de hand.

1. g6

Eιn inzender dacht dat 1. Lh3 remise opleverde. Na 1. Tb7 is het echter ondekbaar mat.

1. ... Te7† 2. Kf8 Thg7.

En nu een tactische zet.

3. Ld5†! Kc5

Na 3. ... Kxd5 is het pat.

4. Lf7!

Een van de zwarte torens gaat verloren, waarna remise een feit is.


Opgave 2








A. Wotawa, 1967

De witte koning staat schaak en tevens staat zijn toren aangevallen.
Is er toch nog een winnende voortzetting voor wit of wordt het remise?
Licht je antwoord toe met varianten.

Oplossing opgave 2

Tot mijn teleurstelling en verbazing heeft niemand de goede oplossing gevonden. Is het niveau van de opgaven te hoog? Ik denk het niet. De inzenders onderschatten de opgaven en denken niet diep genoeg na. Het dichtst bij de oplossing was Sinclair Koelemij maar hij miste de laatste finesse waardoor zijn antwoord verkeerd was.

Het juiste antwoord is: wit wint!

Sommige inzenders hadden dit antwoord ook, maar gebaseerd op verkeerde varianten. Na 1. Kc7? Lxf2 2. a6 Kxc4 is het remise. Alle inzenders zagen dat en begonnen dan ook met

1. Tf6! Lxf6† 2. Kc7

De vraag is nu hoe zwart de a-pion kan tegenhouden. Dit kan alleen door de zwarte loper op de diagonaal a7-g1 te plaatsen. Sommigen dachten dat zwart te laat was. Bijvoorbeeld: 2. ... Kxc4? 3. a6 Kxc3 4. a7 en wit haalt een dame. Zwart kan echter beter tegenstand bieden

2. ... Lxc3 3. a6 La5†

En nu ging Sinclair in de fout met 4. Kb7? Na 4. ... Lb6 houdt zwart de a-pion tegen en wordt het remise. Winnend is

4. Kb8!! Lb6 5. Kb7

Zwart is in tempodwang en kan opgeven. Niemand vond deze variant en ik kan dan ook niemand punten toekennen.


Opgave 1








N. Kralin, 1973

Wit dreigt mat te gaan op g7.
Kan wit deze dreiging nog pareren en er wellicht nog remise of winst uitslepen?
Licht je antwoord toe met varianten.

Oplossing opgave 1

Wit kan niet alleen de dreiging pareren maar zelfs nog winnen!

1. De3†!!

Op 1. Dg3 volgt 1. … Dd8† 2. g8D Dxg8 3. Kxg8 (of 3. Dxg8) en pat.

1. ... Dxe3 2.g8P†! Kg6 3. Pxe7†

Nu kan de koning twee kanten op, maar welke kant hij ook kiest, het kost de dame.
a) 3. … Kf6 4. Pd5† enz.
b) 3. … Kh6 4. Pf5† enz.

Sommige leden gaven de goede variant, maar dachten dat na de damewinst zwart de partij nog remise kon houden. Dat is een misverstand. Wit wint eenvoudig.
Bijvoorbeeld in variant a).

4. ... Kxe6 5. Pxe3 Ke5 6. Kh7 Kf4 7. Kh6 Kxe3 9. Kxh5 en zwart kan de promotie van de witte pion niet verhinderen.